EU en VS bereiken handelsakkoord: 15% heffingen op Europese export
Financiële markten
- De Verenigde Staten gaan vanaf 1 augustus 15% heffen op alle invoer uit de Europese Unie. Bedrijven vinden het prettig dat er nu duidelijkheid is over de hoogte van de importtarieven maar er is hoe dan ook schade. Volgens voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen is ‘15% niet te onderschatten maar het beste wat we konden krijgen. Het brengt stabiliteit en voorspelbaarheid’.
- Auto’s en auto-onderdelen, de farmacie-sector en halfgeleiders (de chips zelf, maar de machines van ASML weer niet) vallen volgens financieel persbureau Bloomberg eveneens onder het 15%-tarief. De twee handelsblokken hebben voor bepaalde strategische producten, zoals vliegtuigen en vliegtuigonderdelen, sommige chemische producten en kritische (landbouw)-grondstoffen, afgesproken om elkaar nultarieven op te leggen.
- Zoals verwacht liet de ECB de beleidsrente onaangeroerd. De begeleidende commentaren van voorzitter Lagarde waren echter relatief ‘streng’ van toon. Op de vraag of de eerstvolgende rente-ingreep ook een verhoging zou kunnen zijn, antwoordde zij dat niets wordt uitgesloten. In de balans tussen de economische omgeving en het inflatiebeeld acht de ECB zichzelf dan ook goed gepositioneerd. Gezien de cijfers is deze houding niet volledig onterecht.
- Het economische momentum blijft weerbaar, zeker gezien de algemeen bekende internationale uitdagingen en onzekerheden. De Europese economie profiteerde de afgelopen maanden deels van de anticipatie op de Amerikaanse invoerheffingen, wat de export tijdelijk een impuls gaf. Afgezien van de export is er ook enige dynamiek zichtbaar in de consumentenbestedingen en investeringen. Het is geen uitbundige groei, maar deze ontwikkelingen bevestigen wel de relatief veerkrachtige positie van de economie.
- Tegelijkertijd daalt de inflatie verder. Naar verwachting zal deze trend zich voortzetten. Dat werd afgelopen week opnieuw bevestigd door de onderliggende prijsindicatoren van de PMI-aankoopmanagersindices.
- Al bij al is een bijkomende renteverlaging in de tweede helft van het jaar niet uitgesloten, maar de kans daarop wordt kleiner. De uiteindelijke uitkomst van de handelsbesprekingen met de VS zal daarbij een belangrijke rol spelen, maar niet de enige. Het is namelijk niet direct duidelijk wat het netto-effect zal zijn van de overeengekomen invoerheffingen. Dat hangt af van een samenspel van verschillende factoren, zoals de mate waarin de vraag naar Europese producten zal dalen, de ontwikkeling van internationale handelsstromen binnen het complexe netwerk van handelsakkoorden die de VS afsluit, mogelijke tegenmaatregelen, valutabewegingen, enzovoort.
- De ECB zal de uitkomst van de handelsgesprekken zeker meewegen, maar blijft daarnaast ook letten op binnenlandse (prijs)dynamiek. Een verruiming van het begrotingsbeleid, bijvoorbeeld in Duitsland of via investeringen in defensie, kan hierin een belangrijke rol gaan spelen.
- Ook op de financiële markten is het besef doorgedrongen dat verdere monetaire versoepeling minder vanzelfsprekend is geworden. Zo steeg de tweejaarsrente in Duitsland aan het einde van de week met 15 basispunten ten opzichte van het dieptepunt. Europese aandelen deden het beter: de Europe Stoxx 600-index noteerde een plus van 0,5%, mede dankzij de positieve ontwikkelingen in een aantal handelsdossiers. Nadat de VS en Japan een overeenkomst bereikten, is er nu ook een akkoord met de EU. Er worden invoerheffingen van 15% ingevoerd.
- De economische impact van dit percentage is te overzien: naar schatting ongeveer 0,3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). In de praktijk betekent dit dat het totale niveau van Amerikaanse heffingen op Europese producten min of meer gelijk blijft aan dat van de afgelopen maanden.
- De deal met de EU is vergelijkbaar met die met Japan. Ook daar werd een tarief van 15% afgesproken, inclusief voor de autosector die zowel voor Japan als Duitsland van groot belang is. De details maken echter het verschil.
- Zo is er bijvoorbeeld de toezegging dat Japan een fonds van $550 miljard opzet om te investeren in de Verenigde Staten. Bij deze investeringen zou de president naar verluidt het laatste woord hebben over de uiteindelijke bestemming van het geld. Dit is zonder meer een opmerkelijke constructie. De EU heeft toegezegd € 600 miljard te zullen investeren, maar ook in dit geval is het onduidelijk hoe dit precies zal worden ingevuld. Beleggers zijn voorlopig tevreden dat de onzekerheid rondom de deadline van 1 augustus is verdwenen. Hoe lang deze rust daadwerkelijk aanhoudt, blijft echter de vraag.
Macro-economische ontwikkelingen
De (verwachte) cijfers
Verenigd Staten
- Na de ECB van afgelopen week komen komende woensdag de bestuurders van de Fed bijeen. Waarschijnlijk met een vergelijkbare uitkomst: geen wijziging in het rentebeleid. Dit zal ongetwijfeld opnieuw tot een knarsentandende reactie vanuit het Witte Huis leiden. Toch gaf Trump afgelopen week aan geen intentie te hebben om voorzitter Powell te ontslaan. Die dreiging blijft de komende maanden echter wel boven zijn hoofd én boven de markten hangen.
- De Amerikaanse (kern)inflatie ligt nog steeds boven de doelstelling van 2%. Dat zal donderdag worden bevestigd met de PCE-prijsbarometer voor juli. Daar komt bij dat de impact van de importheffingen tot nu toe beperkt is gebleven, maar in de tweede jaarhelft naar verwachting sterker zal doorwerken. Met een economie die in een stevig tempo blijft groeien, heeft de centrale bank weinig reden om de rente te verlagen.
- De weerbaarheid van de Amerikaanse economie zal deze week ook blijken uit de eerste raming van het groeicijfer over het tweede kwartaal en uit het arbeidsmarktrapport voor juli. Zo is het aantal nieuwe aanvragen voor een werkloosheidsuitkering al zes weken op rij gedaald.
- In het eerste kwartaal van het jaar werd de groei nog vertekend door anticipatie op importheffingen. Dit leidde tot een scherpe stijging van de invoer, wat resulteerde in een ogenschijnlijke economische krimp. Onderliggend bleef de binnenlandse dynamiek echter op peil.
- Het omgekeerde effect – een afname van de invoer – zal nu zorgen voor een vertekening van de gepubliceerde groeicijfers, dit keer in positieve richting. Ook nu ligt onze focus vooral op binnenlandse factoren, zoals de consumptieve bestedingen. Na een matige start van het kwartaal laten die de afgelopen weken weer herstel zien, gesteund door de sterke arbeidsmarkt en redelijk stijgende inkomens (nieuwe cijfers volgen donderdag). Daarmee blijft de Amerikaanse economie een solide gezondheidsrapport overleggen.
- Tot slot melden wij dat er voor de Verenigde Staten nieuwe handelsgesprekken met China op de agenda staan, met als voorlopige deadline 12 augustus. Er lijkt recent sprake van enige dooi in de onderlinge verhoudingen: China exporteert weer wat meer (kritische) grondstoffen naar de VS, terwijl de VS op hun beurt meer chips leveren. Toch zijn er nog steeds lastige onderwerpen, zoals het Amerikaanse voornemen om landen te straffen die Russische olie importeren.
Eurozone
- Ook in de eurozone krijgen wij een eerste raming van de economische groei in het tweede kwartaal. Eerder wezen wij al op de veerkracht die de regio toont in een uitdagende omgeving. Dat neemt echter niet weg dat de cijfers in absolute zin nog steeds zeer matig zijn. Vertrouwensindicatoren zoals de Duitse IFO-index, de PMI’s en de Economic Sentiment Index (die woensdag verschijnt) geven bovendien geen aanleiding om snel een versnelling te verwachten. Hiervoor zal het onder meer wachten zijn op de daadwerkelijke start van de Duitse investeringsplannen in 2026.
- Verder verwachten wij deze week de inflatiecijfers voor juni in de eurozone. Een afnemende loondruk, een sterkere euro en dalende inflatie in de dienstensector zullen bevestigen dat de inflatie in Europa onder controle blijft.
Belangrijke macro-economische publicaties
| Van 28 juli tot en met 01 augustus | ||||
|---|---|---|---|---|
| Publicatiedag | Regio | Publicatie van | Periode | Consensus |
| Woensdag | Eurozone | BBP QoQ | 2Q25 | 0,0% |
| Economic Sentiment | Jul | 93,6 | ||
| VS | BBP QoQ (geannualiseerd) | 2Q25 | 2,5% | |
| Fed-beleidsbijeenkomst | ||||
| Donderdag | China | NBS Manufacturing PMI | Jul | 49,7 |
| NBS Non-Manufacturing PMI | Jul | 50,3 | ||
| VS | PCE-inflatie MoM | Jun | 0,3% | |
| PCE kern-inflatie MoM | Jun | 0,3% | ||
| Persoonlijke inkomens MoM | Jun | 0,2% | ||
| Persoonlijke bestedigen MoM | Jun | 0,4% | ||
| Vrijdag | Eurozone | CPI-inflatie YoY | Jul | 1,9% |
| CPI kern-inflatie YoY | Jul | 2,2% | ||
| VS | Nieuwe banen (non farm) | Jul | 102K | |
| Werkloosheid | Jul | 4,2% | ||
| Gemiddeld uurloon MoM | Jul | 0,2% | ||
| ISM Manufacturing | Jul | 49,6 | ||