Bent u al klant of geïnteresseerd in onze dienstverlening?
Wij helpen u graag verder.
Voor Private Banking
Wij staan u graag persoonlijk te woord. Bel of klik op de link hieronder voor meer opties en locaties.
Nederland
0800 17 37België / Belgique
+32 (0)32 86 69 80Zwitserland / Switzerland
+41 (0)43 377 11 11Voor Professional Solutions
Wij staan u graag persoonlijk te woord. Bel of klik op de link hieronder voor meer opties en locaties.
Nederland
0800 17 37België / Belgique
+32 (0)32 86 69 80Zwitserland / Switzerland
+41 (0)43 377 11 11Voor Investment Management:
Voor Investment Banking:
Wij staan u graag persoonlijk te woord. Bel of klik op de link hieronder voor meer opties en locaties.
Nederland
+31 (0)20 348 80 00United States of America
+1 (0)21 237 601 34We starten met misschien wel het meest besproken onderdeel van een praktijkovername, de goodwill. Hierover ontstaat de meeste discussie, omdat dit het niet-tastbare onderdeel van een praktijkovername is. In mijn tweede blog bespreek ik een ander belangrijk onderdeel: de intrinsieke waarde van de praktijk. Oftewel, het zichtbare onderdeel van de onderneming. In de laatste blog van deze serie combineer ik de twee aspecten door een praktijkvoorbeeld te bespreken, inclusief oplossingsrichtingen als een associatie of praktijkovername door de hoogte van de aanvankelijke investering toch lastig blijkt.
Er zijn veel manieren om de waarde van een onderneming te berekenen. Elke methode heeft voor- en nadelen, de één is niet beter dan de ander. Bij dierenartsen wordt veelal de KNMVD-methode voor de goodwill toegepast om de ‘meerwaarde’ van een onderneming te berekenen.
Via deze methode wordt er gekeken naar het gemiddelde resultaat van een praktijk over de afgelopen drie jaar. Deze cijfers worden genormaliseerd door het norminkomen van een ondernemende dierenarts (inclusief de eventuele toepassing van een parttime-factor) te corrigeren op dit gemiddelde nettoresultaat inclusief nog een aantal normalisaties. Het bedrag dat resteert is de overwinst. Nu denkt u misschien: ‘Lekker belangrijk die historische cijfers, dat zegt toch niks over de toekomst?’ Die toekomstverwachting wordt rekenkundig meegenomen als we bij het tweede en meest arbitraire onderdeel van de berekening komen: ‘de factor’. De overwinst wordt vermenigvuldigd met een factor, die in de meeste gevallen tussen de 1 en 5 ligt.
2020 | 2021 | 2022 | Gemiddeld | |
---|---|---|---|---|
Omzet | € 1.100.000 | € 1.200.000 | € 1.300.000 | € 1.200.000 |
Overige inkomsten | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 |
Inkoop | € 275.000 | € 300.000 | € 325.000 | € 300.000 |
Subtotaal | € 825.000 | € 900.000 | € 975.000 | € 900.000 |
Totaal kosten (personeel etc.) | € 524.000 | € 556.000 | € 589.000 | € 556.333 |
Nettowinst | € 301.000 | € 344.000 | € 386.000 | € 343.667 |
Arbeidsbeloning, SPD, AOV | € 99.373 | € 101.957 | € 103.078 | € 101.469 |
Aantal u/55 fte eigenaar | 2,00 | 2,00 | 2,00 | 2,00 |
Subtotaal | € 198.746 | € 203.914 | € 206.156 | € 202.939 |
Totaal | € 102.254 | € 140.086 | € 179.844 | € 140.728 |
Rente 2% over kapitaal | € 5.000 | € 5.400 | € 5.800 | € 5.400 |
Overwinst | € 97.254 | € 134.686 | € 174.044 | € 135.328 |
De goodwillfactor is uiteindelijk het resultaat van de onderhandelingen die partijen met elkaar voeren. Vergeet niet dat er meestal ruimte is voor onderhandeling, omdat ‘waarde’ een subjectief begrip is.
Er is een aantal duidelijke indicatoren die de goodwillfactor beïnvloeden:
Deze factoren bepalen samen de hoogte van de factor. De uitgangsfactor is 3. Deze factor kan naar boven en naar beneden bijgesteld worden. Waarbij 1 staat voor een zeer onzekere toekomst en 5 voor een zekere toekomst met groeipotentieel.
Gezelschapsdieren
De afgelopen jaren zijn praktijken met een volledige of gedeeltelijke focus op gezelschapsdieren fors gegroeid door onder andere de toenemende vraag naar dit type zorg. Verder draagt ketenvorming bij aan een verdere professionalisering van de sector en daar profiteren zelfstandige praktijken van mee. De goodwillfactor is in dit segment verder opgelopen door onder andere de historische trend (flinke groeicijfers) en toekomstverwachtingen.
Landbouwhuisdieren
Bij landbouwhuisdieren daarentegen is de onzekerheid flink opgelopen als we de discussie volgen over het huidige stikstofdossier. De sector bevindt zich overigens al jaren in consolidatie, tot nu toe zijn vooral de kleine boerenbedrijven gestopt en is de omzet voor dierenartsenpraktijken min of meer gelijk gebleven doordat de overige boerenbedrijven groter zijn geworden. Van groei is al lange tijd geen sprake. De risico’s nemen toe, maar er is nog steeds voldoende ruimte om te ondernemen door bijvoorbeeld meer in te zetten op preventie en bedrijfsadvisering. Wel is het belangrijk om als praktijk van voldoende omvang te zijn.
Waar we de goodwill bij gezelschapsdieren zien oplopen, staat de goodwill bij landbouwhuisdieren logischerwijs onder druk. Veelal krijg ik de vraag of wij het nog wel zitten om een associatie in dit type praktijk te financieren. Uiteraard beoordelen we dat op individuele basis, maar tot nu toe zie ik nog geen reden om daar negatief tegenover te staan. Als u de goodwill in potentie in vijf tot zeven jaar kunt terugbetalen, dan ligt in die periode vooral uw risico als dierenarts. De vraag is dan of het zo’n vaart zal lopen. Tot nu toe is de sector als geheel redelijk stabiel gebleven ondanks de vele onzekerheden. Dat we de komende jaren krimpen lijkt me evident, maar een praktijk zal ook niet snel van een zeer nette exploitatie omslaan naar een negatieve exploitatie.
Gemengd
Uiteraard kan er ook sprake zijn van een gemengde praktijk. In het kader van risicospreiding ideaal. Eventuele krimp in de ene sectie kan worden gecompenseerd door groei in de overige secties.
Wij raden u altijd aan een adviseur in de arm te nemen om te helpen bij de onderhandelingen. Een adviseur ziet veel transacties bij diverse partijen en kan daardoor een goed beeld vormen of de goodwill die wordt gevraagd (de factor) reëel is.
Daarnaast is het belangrijk te beseffen dat u mogelijk een financiering moet afsluiten om de goodwill te kunnen voldoen. Deze financiering mag u bij Van Lanschot Kempen in veel gevallen in maximaal tien jaar terugbetalen. Bij andere financiers kan deze periode nog wel eens korter zijn, bijvoorbeeld vijf tot zeven jaar. Wij hebben vertrouwen in de ondernemende dierenarts en vinden een langere terugbetaalperiode in veel gevallen dan ook acceptabel.
Het is belangrijk om te (laten) onderzoeken of u na rente en aflossing voldoende overhoudt om van te leven. De goodwill is veelal niet de enige investering die u moet doen om een plekje in een praktijk te bemachtigen. In mijn volgende blog sta ik stil bij de intrinsieke waarde van de dierenartspraktijk. In de laatste blog brengen we alles samen en zal ik via een voorbeeldberekening laten zien dat een hoge goodwillfactor een uitdaging kan vormen als het gaat om de betaalbaarheid van de totale financiering.
Wilt u weten wat er allemaal bij een praktijkovername komt kijken en welke financiële gevolgen dit voor u heeft? Of wilt u weten waarmee Van Lanschot Kempen Healthcare Dierenartsen nog meer kan helpen? Neemt u dan op.