Juli 2025

Visie op Asset Allocatie

 
  • Structureel wantrouwen Amerikaanse economie onterecht
  • Inflatie-effect handelstarieven VS moet nog komen
  • Beleggingsbeleid ongewijzigd

De wereldwijde financiële markten sloten de eerste helft van het jaar sterk af. Alleen al in juni steeg de MSCI All Country World Index met 3,9%, waardoor het jaar-tot-datum rendement in USD-termen op 7,3% kwam. De S&P 500 steeg in de afgelopen maand met 5,1% (Q2: 10,9%) en bereikte nieuwe recordhoogtes. Onder de oppervlakte bleef de rally echter smal, aangezien het herstel voornamelijk werd gedreven door grote technologiebedrijven en namen gerelateerd aan AI. Bredere indices, zoals de gelijk gewogen S&P 500, leverden bescheidener rendementen op (3,4% in juni), wat de afhankelijkheid van de markt van een beperkt aantal groeifactoren onderstreept. In Euro is het rendement van 2025 nog steeds zeer bescheiden en staan aandelen wereldwijd (AC) op -4.5% YTD. Europese markten presteerden in juni minder goed te midden van gemengde economische cijfers (MSCI EMU: -0,7%). Obligatiemarkten boekten solide winsten in juni, ondersteund door dalende rendementen en stabiele kredietspreads. Amerikaanse staatsobligaties stegen met 1,3%, terwijl de Europese rendementen gematigd waren, met een vlakke geaggregeerde index en bescheiden winsten op de kredietmarkten. Hoewel politieke en fiscale onzekerheid de opwaartse beweging in Europa beperkte, zorgden de verwachtingen van renteverlagingen – gedreven door een mildere inflatie en zwakkere macro-economische gegevens – voor een gunstige achtergrond voor de obligatiemarkten wereldwijd.

Geopolitieke spanningen kwamen in juni kortstondig weer op de voorgrond, na Israëlische aanvallen op Iraanse nucleaire locaties en daaropvolgende gerichte Amerikaanse militaire acties. Hoewel deze ontwikkelingen tijdelijke pieken in olie- en goudprijzen en verhoogde onzekerheid in het Midden-Oosten teweegbrachten, bleef de bredere marktrespons beperkt. Sindsdien is er een staakt-het-vuren en bleek het risicosentiment veerkrachtig. Tegen deze achtergrond heeft de combinatie van afnemende inflatiedruk, veerkrachtige winsten en een transparanter beleid geleid tot een constructievere toon op de markten – hoewel volatiliteit, met name rond handel en monetair beleid van centrale banken, waarschijnlijk blijft gedurende de zomer.

De Amerikaanse economie vertraagt duidelijk, maar de aard van de vertraging is structureel in plaats van cyclisch. Na jaren van agressieve post-pandemische stimulering, maakt de economie een overgang. De reële consumptie is verzwakt – met name in discretionaire goederen – terwijl de huizenmarkt te maken heeft met een groeiend aanbod en dalende prijzen. Bedrijfsinvesteringen zijn gematigd, en hoewel de arbeidsmarkt intact blijft, komen er tekenen van versoepeling naar voren door stijgende doorlopende werkloosheidsclaims en vertragende loondynamiek. Deze afkoelingsfase weerspiegelt een herbalancering in plaats van een ineenstorting. Markten hebben de verwachtingen grotendeels opnieuw geprijsd: de winstprognoses buiten de technologiesector zijn materieel aangepast, en de onderliggende macro-economische signalen wijzen op een vertragende, maar nog steeds functionerende economie.

Wat het beleid betreft, geeft de Amerikaanse regering duidelijk prioriteit aan nominale groei als reactie op haar groeiende fiscale uitdagingen. De 'One Big Beautiful Bill', hoewel nog niet volledig van kracht, schetst een ingrijpende belasting- en uitgavenagenda, die de tekorten de komende jaren aanzienlijk zal vergroten. In plaats van bezuinigingen vooraf, volgt de regering een strategie van schuldstabilisatie door groei – vertrouwend op een sterkere economische output en hogere nominale inkomsten om haar verplichtingen te beheersen. Aanvullende regelgevende maatregelen, zoals kapitaalverlichting voor banken, zijn bedoeld om kredietstromen te ontsluiten en de binnenlandse vraag te ondersteunen. Tarieven worden ook gehandhaafd, niet alleen als geopolitieke hefboom, maar steeds meer als fiscaal instrument om inkomstentekorten te helpen compenseren. Hoewel niet expliciet bestempeld als een groeistrategie, weerspiegelt de algemene beleidsmix een bewuste inspanning om het economische momentum te handhaven en een fiscale krimp te vermijden.

Het tariefbeleid, hoewel nog steeds een bron van wrijving, lijkt meer tactisch dan ideologisch. De regering gebruikt tarieven zowel als onderhandelinstrument als fiscaal instrument, gezien het toenemende tekort. Dit pragmatisme suggereert dat de handelstarieven hier niet substantieel zullen escaleren, aangezien de prioriteit blijft bij het behoud van nominale groei om de stijgende schuld te beheersen.

Het monetaire beleid blijft cruciaal. De centrale bank is voorzichtig geweest, en wees naar zorgen over tarief gerelateerde inflatie en aanhoudende prijsdruk aan de aanbodzijde. De relevantere signalen – met name aan de vraagzijde – suggereren echter dat de onderliggende inflatie afneemt en dat de reële rentetarieven nu te restrictief zijn. Hoewel we de data-gestuurde houding van de Fed erkennen, geloven we dat er steeds meer redenen zijn voor geleidelijke maar significante renteverlagingen in de tweede helft van het jaar. Tariefeffecten zijn grotendeels aanbod gedreven en mogen beleidsbeslissingen niet domineren. Nu de groei afkoelt en de inflatie normaliseert, verwachten we dat de Fed haar focus zal verleggen naar het ondersteunen van de binnenlandse vraag en het handhaven van financiële stabiliteit.

De aanpassingslast is grotendeels op de Amerikaanse dollar gevallen, die is verzwakt als reactie op zwakkere cijfers en beleidsonzekerheid. De depreciatie heeft geholpen de druk te absorberen die anders directer op de aandelenmarkten zou hebben gewogen, en fungeerde als een uitlaatklep voor bredere economische onevenwichtigheden. De daling van de dollar wordt echter niet alleen gedreven door cyclische factoren zoals groeiverschillen of verschuivende renteverwachtingen. Een diepere, structurele verschuiving is aan de gang, aangezien beleggers steeds meer vraagtekens zetten bij de fiscale vooruitzichten op lange termijn en de geloofwaardigheid van Amerikaanse instellingen. Als gevolg hiervan weerspiegelt de verzwakkende dollar ook een gedeeltelijke erosie van vertrouwen – die kapitaaluitstromen in de loop van de tijd zou kunnen versterken.

Hoewel volatiliteit op korte termijn een risico blijft – gedreven door geopolitiek, onzekerheid over het handelsbeleid en uiteenlopende cijfers – geloven wij dat de tweede helft van het jaar ruimte biedt voor een geleidelijke verbetering van de marktomstandigheden. Een duidelijker beleidskader, afnemende inflatie en het vooruitzicht van een ruimer monetair beleid zouden ondersteuning moeten bieden, vooral als centrale banken voorzichtig inspelen op veranderende economische dynamieken. In de huidige marktomstandigheden geven we de voorkeur aan hoogwaardige aandelenposities, langere looptijden in staatsobligaties en een lagere allocatie aan “cash”. Goud blijft een effectieve strategische “hedge” in een volatielere en valutagevoeligere omgeving. Over het algemeen stabiliseren de beleggingsvooruitzichten, maar er zijn nog steeds uitdagingen, deze uitdagingen houden we nauwlettend in de gaten, maar geven ook kans voor positieve verrassingen.

 

Bijgevoegd vindt u onze laatste Asset Allocatie Update voor juli.

 
Visie op Asset allocatie juli 2025

Jan-Willem Verhulst

Jan-Willem Verhulst

CIO

EmailEmail Jan-Willem