Gepubliceerd: 8.00 uur
De beursgenoteerde vastgoedsector heeft het afgelopen jaar vorderingen geboekt. Versnelde actie is echter nodig wil de sector het netto nul-doel realiseren.
Van Lanschot Kempen Investment Management heeft wereldwijd de environmental pathway van de diverse beursgenoteerde vastgoedondernemingen geanalyseerd om te beoordelen hoeveel voortgang de sector boekt met het realiseren van de klimaatveranderingsdoelen van Parijs.1 De analyse bestrijkt 92% van de totale marktkapitalisatie van de wereldwijde beursgenoteerde vastgoedmarkt (met een waarde van bijna $ 2 biljoen aan vastgoed).2
De internationale vastgoedsector (beursgenoteerd en in particuliere handen) is goed voor zo’n 40% van de totale uitstoot van broeikasgassen.3 Toch heeft wereldwijd maar 15% van de beursgenoteerde vastgoedondernemingen totaaldoelstellingen geformuleerd voor het realiseren van netto nul in 2050 voor scope 1, 2 én 3. Dat blijkt uit onderzoek door het Real Assets Team van Lanschot Kempen.
Hoewel die 15% een verbetering is ten opzichte van een jaar geleden, toen slechts 10% doelstellingen had geformuleerd, moet de sector versneld in actie komen willen de netto nul-ambities worden gehaald. We zien dit jaar weliswaar vooruitgang, maar ten opzichte van een zeer lage vergelijkingsbasis.
Het aantal beursgenoteerde vastgoedondernemingen waar nu op het niveau van het bestuur toezicht wordt uitgeoefend op de doelstellingen voor broeikasgasuitstoot is met 13 procentpunt gestegen, van 21% in 2021 naar meer dan een derde (34%) in 2022. Uit de analyse blijkt tevens een opmerkelijke toename van het percentage ondernemingen dat de beloning van het bestuur koppelt aan het realiseren van die uitstootdoelstellingen: van 7% naar 14% in het afgelopen jaar.
Europa loopt ook op de troepen vooruit op het gebied van duurzaamheidstoezicht en -prikkels. De helft (47%) van de ondernemingen heeft bestuurstoezicht ingesteld op de uitstoot van broeikasgassen (tegen 32,5% in Azië en 29% in de VS). Bij 23% komen die doelstellingen ook terug in de bestuursbeloning (in vergelijking met 12% in Azië en 10% in de VS).
Egbert Nijmeijer voegt toe: “Een verdubbeling ten opzichte van een lage vergelijkingsbasis. Neemt niet weg dat het toezicht op bestuursniveau het afgelopen jaar aantoonbaar is gestegen, zo concluderen wij in onze analyse. Besturen zijn hierdoor steeds meer gemotiveerd om manieren voor CO2-afbouw te bespreken en daarnaar te handelen.
Ook al is dit een stap in de goede richting, de bestuurdersbeloningen blijven vooralsnog sterk op financiële in plaats van duurzame maatstaven geënt. Vaak wordt ons gevraagd wat de juiste verhouding is. Bij onze vastgoedbeleggingen is ESG goed voor 30% van onze totale besluitvorming. We vragen dan ook van beursgenoteerde vastgoedondernemingen dat ze de niet-financiële beloningsmaatstaven optrekken naar 30% (tegen gemiddeld 10% op dit moment) om zo de vorderingen op de lange termijn te versnellen.”
Noten: