Benut u het grote verschil in Vpb-tariefschijven optimaal?
Het tarief in de eerste schijf van de vennootschapsbelasting is sinds dit jaar 15% en het tarief in de tweede schijf is 25%. Een verschil van 10%. Wat betekent dit concreet? In dit blog heb ik voorbeelden uitgewerkt voor de BV.
Een BV, NV maar ook een open commanditaire vennootschap (Open-CV) en open fonds voor gemene rekening (OFGR) betalen over hun winst vennootschapsbelasting (Vpb). De Vpb kent twee schijven en elke schijf heeft zijn eigen tarief. Tot en met 2020 liep de eerste schijf tot € 200.000, maar dit jaar is de eerste schijf verhoogd naar € 245.000. En in 2022 wordt deze schijf zelfs verhoogd naar € 395.000. Het tarief in de eerste schijf is sinds dit jaar 15% en het tarief in de tweede schijf is 25%. Een verschil van 10%. In 2018 was dit tariefverschil nog maar 5% (20% versus 25%). Wat betekent dit concreet? In deze blog heb ik de voorbeelden uitgewerkt voor de BV.
2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|
Eerste schijf tot | 245.000 | 395.000 | 395.000 |
Vpb-tarief 1e schijf | 15% | 15% | 15% |
Vpb-tarief 2e schijf | 25% | 25% | 25% |
Holding-structuur
Onder het motto “één BV is geen BV”, kan een structuur met een personal holding-BV (PH-BV) en een werk-BV worden opgezet. Als DGA staat u dan op de payroll van de PH-BV en verhuurt u uzelf aan de werk-BV tegen een managementfee. De winst van de werk-BV wordt daardoor gedeeltelijk verplaatst naar de PH-BV, zodat u twee keer gebruikmaakt van de lage Vpb-schijf. Ook als u een bedrijfspand gaat kopen, kunt u dit bedrijfspand in de PH-BV of een aparte onroerend goed-BV zetten. Vervolgens verhuurt u dat aan de werk-BV. Nieuwe winstgevende bedrijfsactiviteiten kunt u wellicht in een nieuwe werk-BV opstarten.
Fiscale eenheid
Als u nu al een holding-structuur met meerdere BV’s heeft, maakt u mogelijk gebruik van de fiscale eenheid-faciliteit. De resultaten van alle BV’s worden voor de Vpb bij elkaar opgeteld en als geheel belast. Voordeel daarvan is dat verliezen van de ene BV meteen verrekend kunnen worden met winsten van de andere BV’s. Daarnaast kan zonder fiscale consequenties geschoven worden met bedrijfsmiddelen tussen de BV’s.
Heeft u als DGA meerdere BV’s die een fiscale eenheid vormen? Dan is het verstandig dit nog eens onder de loep te nemen. Het is goed mogelijk dat het opheffen hiervan gunstig is, omdat zo meerdere BV’s kunnen profiteren van het lage tarief in de eerste schijf.
Kijk wel goed of het opheffen van de fiscale eenheid niet leidt tot fiscale sancties. In sommige gevallen vindt namelijk alsnog afrekening van Vpb of overdrachtsbelasting plaats. Ook zult u heel zorgvuldig moeten zijn met de onderlinge transacties tussen de BV’s. Naast fiscale gevolgen kan de verbreking van de fiscale eenheid ook op andere terreinen gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor lopende en nieuwe subsidietrajecten voor productontwikkelingen of nieuwbouw van uw bedrijfspand.
Meerdere kasgeld-BV’s
Stel, u heeft door de verkoop van uw onderneming in uw PH-BV € 15 miljoen aan beleggingen waar u 5% rendement op maakt (= € 750.000 winst). Dan betaalt u volgend jaar € 148.000 (395.000*15% + 355.000*25%) Vpb. Als u het vermogen echter spreidt over uw PH-BV en een (nieuw opgerichte) dochter-BV, dan betaalt u over de gehele winst € 112.500 (15% Vpb), een besparing van € 35.500. Daarmee maakt u de kosten van een extra BV – die ook als kasgeld-BV dienst gaat doen – ruimschoots goed.
Meer weten?
Overleg met uw fiscalist als bovenstaande voorbeelden bij u spelen en bespreek welke actie in uw situatie passend is. Bedenk wel dat het kosten met zich meebrengt als u met meerdere BV’s gaat werken, zowel bij de oprichting (eenmalig) als bij de belastingaangifte (jaarlijks). Uw private banker denkt graag met u mee.
Geschreven naar de stand van zaken op 30 juni 2021.