Private Banking|Professional Solutions|Investment Management|Investment Banking|Over ons
Contact
  • Oplossingen
  • Voor wie
  • Kennis & Inspiratie

'Landbouw voor de lange termijn vraagt om durf en kennis'

Hij is een boerenzoon die bankier werd, maar toch terugkeerde naar zijn wortels. Richard Jacobs benut als portefeuillemanager van het Kempen SDG Farmland Feeder Fund zijn kennis van de agrarische sector om wereldwijd landbouwgrond blijvend te verbeteren. En om een langetermijnrendement te realiseren voor zijn investeerders.

Richard, wat is jouw motivatie voor dit fonds, welke connectie met landbouw heb je?

‘Landbouwgrond is als beleggingscategorie in beweging. Veel investeerders die in dit veld werkzaam zijn, hebben een agrarische achtergrond. Mijn vader was boer in Limburg, vrije aardappelteelt. De financiële sector trok mij meer aan, ik ging studeren en reisde af naar Londen en New York. Toen is mijn vader gestopt en heeft bijna alles verkocht. Op de overgebleven hectares van mijn vader experimenteer ik zelf met nieuwe gewassen, mengteelt en een voedselbos. Daarnaast heb ik samen met mijn vrouw en kinderen een kleine wijngaard in Limburg, vooral als hobby.’

Ben je een goede gesprekspartner voor buitenlandse boeren?

‘We zijn een wereldwijd fonds, ik praat vaker met agrariërs in het buitenland dan in Nederland. Mijn achtergrond helpt zeker, ik ben niet alleen maar een bankier, maar ook een van hen. Daarbij moet ik wel zeggen dat ik altijd samen ben met ecologen en andere specialisten, die veel meer agrarische hebben. Wat ik kan, is die mensen bij elkaar aan tafel zetten en zorgen dat ze agrarische kennis uitwisselen. Boeren in Australië, Noord-Amerika en Europa kunnen zo van elkaar leren.’

Zie je grote verschillen met de landbouw nu, als je het vergelijkt met je jeugd?

‘De werkwijze van mijn vader en die van boeren om hem heen, vond ik vroeger normaal. Je had vrij weinig oog voor de impact die je als akkerbouwer had op de grond, op het water, op het milieu. Er werd veel geploegd en gespoten, alles diende na de oorlog immers om de productiviteit te maximaliseren. Nu hebben we hele andere vraagstukken, zoals overschotten stikstof en tekorten aan water en fosfor. En niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. Door te intensieve en eenzijdige landbouw is de verschraling van grond een groot probleem. Met intensieve monocultuur hebben we letterlijk alles uit die grond gehaald. Er zit nu veel minder organisch materiaal in de bodem dan vijftig jaar terug.’

Praat je hier wel eens over met je vader of andere landbouwers?

‘Natuurlijk hebben we het er wel over. Mijn vader is niet opgegroeid met regeneratieve technieken. Zijn adviseurs waren de verkopers van pootgoed, kunstmest en beschermingsmiddelen. In de aardappelteelt kon er veel misgaan, waardoor er simpelweg geen brood op de plank was. Er is inzicht gekomen hoe belangrijk de bodem is en wat er nodig is om biodiversiteit te herstellen. Met andere boeren waar wij mee werken heb ik die gesprekken ook. De jongere generatie is daar het verst in, die zegt gewoon: ‘Het moet anders en het kan ook anders.’

Hoe wordt verschraald land weer gezond?

‘Wij zeggen: gebruik eens drie jaar geen synthetische middelen en kies natuurlijke manieren om die bodem gezonder en vitaler te maken. Bijvoorbeeld door in de winter dekgewassen of groenbemesters in te planten, en minder te ploegen. Zet groenstroken in om ziektes en plagen te voorkomen. Dat kan gepaard gaan met een misoogst, maar je zult zien, na vijf jaar, dat het dan vanzelf gaat. Dat de bodem weerbaarder wordt en je weer een kringloopsysteem hebt gecreëerd zoals vroeger. Behalve durf, heb je kennis nodig. Je kunt niet zomaar elke groenbemester inplanten. Daarnaast is erkapitaal nodig en de juiste prikkels. Ook van de overheid. Subsidies om voordelig kunstmest in te kopen dragen daar niet aan bij.’

In welke behoefte voorziet het Kempen SDG Farmland fonds?

‘Wij hebben evergreen kapitaal, zoals dat heet. De pensioenfondsen en onze andere participanten hebben een horizon van tien tot twintig jaar. Het regenereren van landbouwgrond lijkt op de energietransitie, in die zin dat het tijd nodig heeft. En dat er andere stakeholders nodig zijn, zoals de overheid, onderzoeksinstellingen om een optimaal speelveld te creëren. Voor een nieuwe generatie boeren kan dat best eng zijn. Neem die jonge agrariër die zegt: ‘ik neem wel de zaak over, ik koop mijn broers en zussen uit en ik doe die investering.’ Die heeft kennis, geduld en kapitaal nodig. Een reguliere bank zegt dan: 'Ik wil morgen resultaat zien. Dat werkt niet. Er is langdurig kapitaal nodig waarbij de duurzaamheidsdoelstelling, die transitie naar een ander model, centraal staat. Daar komt ons fonds om de hoek kijken.’

Even specifiek over jullie project in Australië: eerst zouden er kolen gewonnen worden, en nu krijgen de koala’s ruim baan

‘Eigenlijk zijn de koala’s een knuffelbaar bijeffect. Australië heeft een groot akkerbouwgebied dat behoorlijk verschraald is. Zo ook Liverpool Plains, een gebied zo groot als de provincie Utrecht ten noordoosten van Sydney. Nadat het oorspronkelijk plan om steenkool te winnen tot felle protesten leidde, heeft de provincie New South Wales gelukkig besloten om het gebied van 15.000 hectare een betere bestemming te geven. Met het voorbehoud dat de koper een plan zou presenteren om te verduurzamen. Ecologisch, maar ook sociaal. Met onze partner in Australië hebben we een groep boeren bij elkaar gekregen. Zij wilden de delen kopen die het meest productief zijn. Onze strategie was juist om de moeilijkere gronden te gaan transformeren. In die constructie is het gelukt om het project aan te kopen. Onze doelstelling in Liverpool Plains is simpel: 'We willen verschraalde bodems verbeteren, weer vitaal maken om daarmee landbouw weer voorgoed mogelijk te maken. Wanneer je een stuk verschraalde woestijn groen maakt los je veel ecologische problemen op, zeker op klimaatgebied.’

Ben je zelf gaan kijken Down Under?

‘Ik ben daar twee jaar geleden geweest, net in de week voor corona in alle hevigheid uitbrak. We hebben gelukkig hele goede partners daar, jongens die er hun levenswerk van hebben gemaakt om slechte landbouwgronden te transformeren. Zij regelen alles ter plekke. Ik ben onder de indruk van hoe ze het doen in Australië.

Hoe kijk je naar het rendement, wat moet het project uiteindelijk opleveren?

‘In Australië krijgen we betaald voor onze inspanningen op biodiversiteitsgebied via het bio diversity stewardship program. Het is niet de hoofdmoot van de inkomsten, die moet gewoon uit de akkerbouw komen, maar het is wel extra verdienste. Voor de akkerbouw streven we naar een doelrendement van 6% tot 8% per jaar. Wij meten resultaten, dat is belangrijk. Door regeneratieve transformatie verbeteren we bijvoorbeeld de mogelijkheid om water vast te houden, mede door het percentage organisch materiaal te verhogen van 1% naar 3% (het ambitieniveau in tien jaar). Zo hebben we wel veertig verschillende meetpunten die we bijhouden, om te kijken of we op koers liggen.’

Loop je het risico op tunnelvisie, als het je zo aan het hart gaat?

‘Dat is een lastige. Ik denk dat je heel bescheiden moet zijn in wat je kunt bereiken en dat je het vermogen moet hebben om soms een nieuwe afslag te nemen. Ook ik ben de afgelopen tien jaar op moeilijke thema’s gewisseld van standpunt. Neem de kwestie 'sharing' versus 'sparing': ben je beter af als je zo productief mogelijk bent op een kleine hoeveelheid grond? Of moet je de andere kant op, waarbij je landbouw natuur-inclusief maakt? Dat zijn lastige vraagstukken. Het is zaak om open te blijven staan voor nieuwe ontwikkelingen en alle visies om je heen.’

Wie zijn de beleggers in het Farmland Fund?

‘Investeerders in ons fonds zijn pensioenfondsen, maar ook stichtingen, verenigingen en particulieren. Iedereen is welkom, zolang ze een langetermijndoelstelling hebben. Het helpt als je iets met deze sector hebt en een voorkeur voor natuur-inclusieve investeringen. In natural capital zoals dat zo mooi heet in het Engels. Daarom bieden wij een fonds aan voor institutionele beleggers en een ‘feeder’ voor particulieren, zodat ook kleinere bedragen ingelegd kunnen worden. Uiteraard met dezelfde condities.

Het is de bedoeling dat de investering rendeert, daar geloven we heel sterk in. Met regeneratieve landbouw heb je op de lange termijn veel minder middelen nodig en kun je een hogere productie realiseren. Dat was altijd een aanname, maar nu kunstmest en gewasbestrijdingsmiddelen enorm zijn toegenomen in prijs, is dat argument alleen maar sterker geworden.’

Over het fonds

Het Kempen SDG Farmland Feeder Fund investeert in grond met duurzame landbouw of landbouwgrond die kan worden verduurzaamd. Een verantwoorde voedselproductie met aandacht voor bodem, water, plant en dier (biodiversiteit) en klimaat.

Inmiddels zijn wereldwijd twaalf landbouwgronden aangekocht en heeft het fonds per september 2022 een omvang van € 398 miljoen. Het verwachte rendement is tussen de 6 en 8% per jaar. Dit is opgebouwd uit de opbrengst van gewassen, verantwoorde productiviteitsverbetering, waardestijging van het land en ecologisch rendement. Het verwachte jaarlijkse rendement is gebaseerd op een horizon van circa tien jaar. Het fonds is SFDR 9 geclassificeerd.

Volledig gefocust op uw toekomst

Private Banking
  • Kantoren
  • Ondernemers
  • Medici
  • Executives
  • Business Professionals
  • Vermogensregie
  • Filantropie Services
  • Voorwaarden
  • Private Banking - België
  • Private Banking - Zwitserland

PROFESSIONAL SOLUTIONS
Investment Management
INVESTMENT BANKING

© Van Lanschot Kempen NV 2024Over onsVeilig bankierenPrivacy & cookiesDisclaimer