Dierenartspraktijk overnemen: de intrinsieke waarde
In een serie artikelen neem ik u als (toekomstig) ondernemend dierenarts mee in de belangrijkste aspecten bij een praktijkovername. Dit is de tweede blog in de serie. Zorg dat u alle blogs in de serie leest, zodat u zich goed voorbereid op de belangrijkste stap in uw carrière. In mijn eerste blog stond ik stil bij het meest besproken onderdeel van een dierenartspraktijkovername: de goodwill. Nu gaan we door naar de tweede onderwerp in deze reeks: de intrinsieke waarde van de praktijk.
Intrinsieke waarde bepalen aan de hand van de jaarrekening
U bepaalt de intrinsieke waarde van een onderneming door het totaal aan bezittingen van de onderneming (activa) aan de hand van de fiscale jaarrekening te verminderen met de bedrijfsschulden (passiva). De fiscale jaarrekening is het financiële verslag van de praktijk, bedoelt voor de Belastingdienst om de belastbare winst te bepalen voor de belastingheffing.
Er bestaat echter ook een ander soort jaarrekening: de commerciële jaarrekening. Bij deze jaarrekening is de actuele waarde van bezittingen relevant, terwijl bij een fiscale jaarrekening de oorspronkelijke aankoopprijs geldt waarop wordt afgeschreven. De commerciële jaarrekening schetst hierdoor een ander beeld van het bedrijf, namelijk een die benaderd wordt vanuit een bedrijfseconomisch oogpunt. Hierdoor kunnen er in de loop van tijd verschillen ontstaan tussen de waardes.
Zodra – een deel van – de praktijk wordt overgedragen aan een nieuwe dierenarts, eist de vertrekkende dierenarts waarschijnlijk een nieuwe waardering van de bezittingen van de onderneming. Aan de hand van een taxatie wordt de commerciële waarde bepaald. Bij een positief verschil tussen deze commerciële waarde en de fiscale boekwaarde, spreekt men over ‘stille reserves'.
Voorbeeldberekening
Hoe de intrinsieke waarde precies een rol speelt als u wilt toetreden? Dat ziet u in dit voorbeeld. We gaan in dit voorbeeld uit van een maatschap met acht dierenartsen. Eén van hen gaat met pensioen en wordt vervangen door een dierenarts die ook het ondernemerschap ambieert.
In dit voorbeeld is het praktijkpand onlangs getaxeerd op € 2.100.000. De waarde van de stille reserves bedraagt in dit geval € 450.000 (€ 2.100.000 - € 1.650.000). De intrinsieke waarde van de totale onderneming komt hiermee neer op € 3.250.000 (€2.500.000 + €300.000 + €450.000).
Naast de stille reserves en het kapitaal is er verder sprake van goodwill. Dit is de niet-tastbare waarde van een onderneming in geld uitgedrukt. Denk hierbij aan het patiëntenbestand, het imago, de kwaliteit en de potentie van de praktijk. Deze telt ook mee bij een overname, omdat er bij de intrinsieke waarde geen rekening wordt gehouden met de toekomstige winstcapaciteit van de onderneming. Stel, de goodwill van de praktijk in het voorbeeld bedraagt € 300.000. Dan moet de toetreder een bedrag van € 706.250 (€ 406.250 intrinsieke waarde + € 300.000 goodwill) betalen voor de toetreding. Een flinke investering.
In het voorbeeld ligt het zwaartepunt van deze investering bij het aanwezige kapitaal van de onderneming en dan vooral het vastgoed.
Vaste activa
Vaste activa | Balans 31-12-2021 | ||
---|---|---|---|
Eigen vermogen | Passiva | ||
Praktijkpand | €1.650.000 | Eigen vermogen | € 2.500.000 |
Inventaris/bedrijfsmiddelen | € 350.000 | Reserves | € 300.000 |
Goodwill | € 700.000 | Voorzieningen |
Vlottende activa
Vlottende activa | Balans 31-12-2021 | ||
---|---|---|---|
Vreemd vermogen | Passiva | ||
Voorraad | € 700.000 | Bancaire financiering | € 700.000 |
Debiteuren | € 400.000 | Crediteuren | € 800.000 |
Liquide middelen | € 500.000 |
Totaal
Totaal | € 4.300.000 | Totaal | € 4.300.000 |
Toekomstplannen voor de praktijk
Zodra een toetredende dierenarts een financiering aanvraagt bij de bank moet hij of zij dit in een relatief korte termijn – meestal tussen de vijf en zeven jaar - terugbetalen. Of dit lukt, hangt onder andere af van het rendement op het geïnvesteerde vermogen. Ook spelen de toekomstplannen voor de praktijk een rol. Staan er grote investeringen gepland? Dan kan dit voor de praktijkeigenaren betekenen in de komende jaren genoegen moeten nemen met een lager winstaandeel. Dit kan grote financiële gevolgen hebben voor een dierenarts die zich net heeft ingekocht.
De overname mogelijk maken
Er zijn een aantal mogelijkheden om de overname van een praktijkaandeel dragelijk te maken voor de toetredende dierenarts. Een kleine greep:
- Het vastgoed af splitsen van het praktijkvermogen en de toetredende dierenarts de keuze te geven om wel of niet eigenaar te worden van het vastgoed.
- Het vastgoed verkopen aan een investeerder, een zogenoemde sale-and-leaseback-regeling.
- Een lagere goodwillfactor, afwijkend van de methode van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD).
- De lening(en) van de huidige eigenaren of andere vreemd vermogenschaffers worden achtergesteld.
Laat u informeren over de mogelijkheden
Wilt u weten wat er allemaal bij een praktijkovername komt kijken en welke financiële gevolgen dit voor u heeft? Of wilt u weten waarmee Van Lanschot Kempen Healthcare Dierenartsen nog meer kan helpen? Neem contact op.