Hoe de intrinsieke waarde precies een rol speelt als u wilt toetreden? Dat ziet u in dit voorbeeld. We gaan in dit voorbeeld uit van een maatschap met acht dierenartsen. Eén van hen gaat met pensioen en wordt vervangen door een dierenarts die ook het ondernemerschap ambieert.
In dit voorbeeld is het praktijkpand onlangs getaxeerd op € 2.100.000. De waarde van de stille reserves bedraagt in dit geval € 450.000 (€ 2.100.000 - € 1.650.000). De intrinsieke waarde van de totale onderneming komt hiermee neer op € 3.250.000 (€2.500.000 + €300.000 + €450.000).
Naast de stille reserves en het kapitaal is er verder sprake van goodwill. Dit is de niet-tastbare waarde van een onderneming in geld uitgedrukt. Denk hierbij aan het patiëntenbestand, het imago, de kwaliteit en de potentie van de praktijk. Deze telt ook mee bij een overname, omdat er bij de intrinsieke waarde geen rekening wordt gehouden met de toekomstige winstcapaciteit van de onderneming. Stel, de goodwill van de praktijk in het voorbeeld bedraagt € 300.000. Dan moet de toetreder een bedrag van € 706.250 (€ 406.250 intrinsieke waarde + € 300.000 goodwill) betalen voor de toetreding. Een flinke investering.
In het voorbeeld ligt het zwaartepunt van deze investering bij het aanwezige kapitaal van de onderneming en dan vooral het vastgoed.