De Hoge Raad deed in januari een opvallende uitspraak: zij stelde erfgenamen in het gelijk die in de overlijdensaangifte inkomstenbelasting hypotheekrente in aftrek brachten die al voor een jaar vooruitbetaald was. Wat speelde er? En hoe werkt het vooruitbetalen van hypotheekrente?
De Hoge Raad heeft op 29 januari 2021 een verrassende uitspraak gedaan. Wat speelde er? Een vrouw had een hypotheek bij een derde (geen bank of verzekeraar) afgesloten. Op haar sterfdag – 4 januari 2014 – betaalde zij de hypotheekrente voor het hele jaar vooruit. In de overlijdensaangifte inkomstenbelasting (over de vier dagen van 2014) die de erfgenamen namens de overleden vrouw indienden, werd het volledige jaarbedrag aan betaalde hypotheekrente in aftrek gebracht.
De inspecteur was het daar niet mee eens en corrigeerde de aftrek naar 4/365e van de betaalde rente. Hij was van mening dat door het overlijden de hypotheek vanaf de sterfdatum geen eigenwoningschuld meer was en dat daardoor de rente die betrekking had op de periode na de sterfdatum ook niet meer in aftrek kon komen. De erfgenamen vochten dit standpunt aan.
De inspecteur werd door de rechtbank in het ongelijk gesteld, maar in hoger beroep gaf het gerechtshof de inspecteur gelijk. De zaak werd vervolgens aan de Hoge Raad voorgelegd en deze volgde verrassend genoeg de stelling van de erfgenamen. De vraag is of er nu “reparatiewetgeving” gaat komen naar aanleiding van deze uitspraak.