12 maart 2025

Onrust op beurzen blijft, rustig blijven en koers houden

Aandelenmarkten blijven volatiel. Hoofdeconoom Luc Aben geeft in zeven vragen én antwoorden inzicht in wat te doen als belegger.

Aandelenmarkten blijven volatiel. Hoofdeconoom Luc Aben geeft in zeven vragen én antwoorden inzicht in wat te doen als belegger.

 

Alles verandert op dit moment snel. Ter illustratie: gisteren, dinsdag 11 maart, sijpelt rond half vier ’s middags het bericht door dat Trump een importtarief van 50% invoert op Canadees staal. De aandelenindex S&P 500 gaat direct 2% onderuit. Vier uur later hebben Oekraïne en de VS een akkoord bereikt om een tijdelijk staakt-het-vuren voor te leggen aan Rusland, terwijl Canada water bij de wijn wil doen rondom de eigen heffingen die het eerder aan de VS oplegde. Prompt schrapt Trump weer de 50% van een paar uur eerder. De Amerikaanse beurs, volgens diezelfde S&P 500-barometer, loopt vervolgens weer een groot deel van de achterstand in.

 

1. Wat moeten wij als belegger?

Kort samengevat: rustig blijven en koers houden. Dat Trump met een lawine aan dreigementen en (tijdelijke?) maatregelen zou komen, was de algemene verwachting. Dat gebeurt nu ook. En het lijkt erop dat Trump zich in deze regeringsperiode wat minder zorgen maakt over wat er in aandelenmarkten gebeurt.

Maar als belegger met de blik op de wat langere termijn, is het belangrijk om door het ‘lawaai’ heen te prikken en te concentreren op wat er nu écht uit de bus komt. Op de diverse fronten. Wij houden de ontwikkelingen in de economie en op de financiële markten uiteraard nauwlettend voor u in de gaten.

 

2. Wat is er nu concreet beslist over importheffingen?

De facto zeer weinig. Voor Chinese producten is het tarief, in twee stappen, in totaal met 20% opgetrokken en vanaf 12 maart zijn er heffingen op staal en aluminium. Mexico en Canada kregen daarnaast 25%-heffingen opgelegd voor die goederen die niet onder een eerder handelsakkoord vallen.

Maar de bredere maatregelen voor Mexico, Canada of Europa blijven vooralsnog in het ongewisse. En het is precies die onzekerheid die markten doet twijfelen. Misschien nog méér dan het fenomeen van tarieven an sich.

Eén van de waarschijnlijke scenario’s is een uiteindelijk systeem van ‘wederkerige tarieven’. Waarbij ieder land of continent vanuit de VS die heffingen krijgt opgelegd die het ook zélf toepast op Amerikaanse invoer. Vooral opkomende economieën zouden hiervan het grootste nadeel  ondervinden.

Tegelijkertijd lijkt de kans groot dat er allerlei uitzonderingen zullen gelden. Al dan niet afhankelijk van separate deals die Trump probeert te forceren.

 

3. Wat is de potentiële impact op de economie?

Eerst en vooral Europa. Stel dat er uiteindelijke tarieven komen van 10% of 25% voor Europese producten, dan schaadt dat onze groei naar schatting met iets van 0,2% tot 0,5%. Niet irrelevant, maar óók niet zodanig dat het de Europese economie automatisch in een recessie stort. Mede niet omdat ook Europa niet stilzit. Waarover later meer.

De VS zal niet immuun zijn voor de eigen acties, nog los van de waarschijnlijke internationale tegenmaatregelen. Momenteel hanteert de VS een gemiddeld importpercentage van ongeveer 3%. Bij een wederkerig systeem zou dat oplopen tot ongeveer 20%. Wat de inflatie zou opdrijven, wat dan weer zou leiden tot hogere renteniveaus bij de Federal Reserve en uiteindelijk tot lagere economische groei. Is het dát wat Trump wil? Wellicht niet.

Over de Amerikaanse groei gesproken: sowieso hielden wij al rekening met een vertraging. Daar zijn nu inderdaad signalen van, maar de groei blijft relatief sterk. Zoals afgelopen vrijdag nog bleek uit het arbeidsmarktrapport over de maand februari. Er kwamen weer méér dan 150.000 nieuwe banen bij. Daarmee zijn wij nog ver van een eventuele (fundamentele) recessie.

 

4. Wat voor invloed heeft Trump op Europa?

Trump wil MAGA. Maar hij lijkt op dit moment vooral MEGA te bereiken: Make Europe Great Again. In Europa is versterkte cohesie ontstaan om te investeren in onder meer defensie, maar ook in de zin van een draai in het denken over het aanvuren van de Europese economie. Met name Duitsland lijkt bereid om via (overheids)investeringen de groei aan te zwengelen.

Dat wil niet zeggen dat overheidsinvesteringen per definitie goed zijn. Het risico op niet-efficiënte uitgaven bestaat. Maar als de investeringen gericht zijn op domeinen die het economische groeipotentieel opkrikken, zoals betere infrastructuur, dan zijn ze als positief te bestempelen.

Financiële markten interpreteren dat ook zo. Dat laten de obligatiemarkten zien. Over de hele eurozone liep de langetermijnrente op na de aankondiging van de Europese plannen. Maar dat gebeurde in de zwakkere euro-landen niet forser dan in de financieel sterke landen. Beleggers nemen hiermee een voorschot dat deze investeringen gefinancierd moeten worden en leiden tot hogere Europese staatsschulden.

Daarnaast is er voor Europa potentieel ook het zicht op een de-escalatie van de oorlog in Oekraïne. Met wellicht een positieve impact op de energieprijzen (i.e. lagere energieprijzen), wat ook gunstig is voor de inflatie. Dit biedt consumenten meer ademruimte (iets wat ook al gebeurde via hogere lonen). De ECB krijgt bij een lagere inflatie bovendien weer ruimte om de rente te verlagen.

 

5. Wat is de invloed van de grote zeven technologiebedrijven op de beurs?

Naast het Amerikaanse handelsbeleid en de internationale politiek, weegt de slechte prestatie van de grote technologiespelers (de zogeheten Magnificent 7) op het beursklimaat. Toenemende (Chinese) concurrentie werpt vragen op over de uiteindelijke rendabiliteit van de massale AI-investeringen die veel technologiebedrijven aankondigden. Gecombineerd met de hoge waardering van de aandelen en hun grotere gewicht in Amerikaanse aandelenmarkten dankzij sterke koersstijgingen de afgelopen jaren, zorgt dit momenteel voor beweeglijkheid op Amerikaanse aandelenmarkten.

Dat alles neemt niet weg dat AI een technologie met een enorm potentieel blijft. Meer concurrentie kan bovendien zorgen voor een snellere en bredere verspreiding ervan in de samenleving en economie waar de ‘traditionele’ technologische ondernemingen uiteindelijk van profiteren. Ondernemingen die sowieso al ‘cash-machines’ zijn.

 

6. Welk effect heeft dit op ons beleggingsbeleid?

Sinds het voorjaar van 2024 hebben wij een voorkeur voor aandelen boven obligaties (economische groei ondersteunde de bedrijfswinsten evenals de renteverlagingen door centrale banken). Eind januari dit jaar hebben we hier deels winst op genomen, onder meer wegens onzekerheid over de Amerikaanse importtarieven. De opbrengst van die winstname ging naar Amerikaanse staatsleningen, die het ondertussen goed gedaan hebben. Maar ondanks de huidige volatiliteit op beurzen, behouden we onze voorkeur voor aandelen.

Over een breed front (VS, Europa, Pacific) zijn de (verwachtingen voor de) bedrijfswinsten de komende maanden goed. Met groeicijfers van meer dan 10% voor de VS, en 7% à 8% in Europa en de Pacific-regio. Bovendien zijn waarderingen in aandelenmarkten buiten de VS relatief laag.

Daarnaast hebben wij onze geografische verdeling van de aandelenpositionering aangepast. Concentreerden wij ons voorheen vooral op de VS, onlangs hebben we onze aandeleninvesteringen gelijkmatiger verdeeld. Met onder meer een groter belang voor Europa. Ondanks de nervositeit van de laatste dagen, staan Europese aandelen (Europe Stoxx 600) sinds begin dit jaar nog steeds 5% tot 6% hoger.

 

7. Tot slot, wat zijn de belangrijkste lessen voor beleggers?

Vooral in woelige periodes is het cruciaal om enkele ‘basisregels’ bij het beleggen voor ogen te houden:

  • Tussentijdse correcties op beurzen zijn vervelend, maar normaal. Zeker als wij uit een lange, sterke periode komen. In 2023 en 2024 gingen grote Amerikaanse beursindices (cumulatief) meer dan 50% hoger.
     
  • Houd de blik op de uiteindelijke doelstelling: wat is het doel van de portefeuille? Wat is mijn termijnvisie? Wat zijn mijn voorkeuren? Het antwoord op die vragen bepalen door de tijd heen of er meer of minder aandelen in de portefeuille zitten, of meer of minder obligaties.. Het is niet de markt-actualiteit die de grote lijnen van de portefeuille-samenstelling bepalen.
     
  • Tussentijdse bijstellingen zijn natuurlijk mogelijk. Zoals hierboven aangestipt, hebben wij dat in ons beleid ook gedaan. Maar let op met al te drastische ingrepen als het even wat moeilijker loopt. Zo vallen de beste beursdagen vaak vlak na de slechtste. En die goede dagen missen, heeft uiteindelijk een significante negatieve impact op het rendement op de langere termijn.
     
  • Kortom: blijf rustig en houd koers. Houd vast aan het beleggingsplan dat is opgesteld met de blik op de uiteindelijke doelstellingen en niet met de voortdurende blik op krantenkoppen over de beurzen.

 


Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen.