Zwakt de Amerikaanse economie wel af?

Sterke banengroei in Amerika leidt tot onzekerheid over koers rentebeleid Fed.

In het kort:

  • Fed en ECB verhoogden de beleidsrentes met respectievelijk 25 en 50 basispunten
  • Sterke cijfers voor de arbeidsmarkt en dienstensector in de VS geven onduidelijk signaal
  • Verwachtingen voor bedrijfscijfers over het eerste kwartaal nemen af

Beleggers hebben een drukke week achter de rug waarbij er genoeg stof is om over na te denken. Naast beleidsbijeenkomsten van de Federal Reserve (Fed) en de ECB, kregen ze onder meer een verrassend sterk Amerikaanse arbeidsmarktrapport te verwerken.

 

Onduidelijke signalen

Om met de Fed te beginnen, die verhoogde de beleidsrente met 25 basispunten. Eraan toevoegend dat verdere opwaartse stappen zullen volgen. Tot zover niks nieuws. Toch klonk voorzitter Powell’s vastberadenheid hieromtrent iets minder overtuigend dan voorheen.


Hij legde veel nadruk op de prijsdruk vanuit de dienstensector, waar de centraal bankiers nog geen tekenen van afzwakking zien.


Tegelijkertijd stelde Powell dat signalen van afzwakking er misschien spoedig aankomen. Die worden dan uit de opgelopen woonkosten verwacht. Voeg daar vervolgens de reeds lopende ‘desinflatie’ in het goederensegment van de economie aan toe, en je komt uit bij de vraag of er inderdaad nog een reeks renteverhogingen nodig zal zijn om de inflatie te bedwingen. Een open vraag voor economen, maar die de beleggers beantwoordde met ‘niet noodzakelijk’. Sterker nog, na de speech van Powell zag de markt de Amerikaanse beleidsrente in januari 2024 al weer op 4,1% staan. Bijna een procentpunt lager dan de voorziene piekrente van 5%.   

  

Geven beleggers wel het juiste antwoord op de open vraag van meer noodzakelijke renteverhogingen?  Die vraag ligt des te meer open omdat de recentste economische data een diffuus beeld geven. Zo ging de ISM-inkoopmanagersindex uit de industrie van 48,4 naar 47,4. Een zoveelste indicatie dat de Amerikaanse economie flink afkoelt. De ISM-index vanuit de dienstensector daarentegen, geeft een ander beeld. Die sprong van 49,2 in december naar 55,2 in januari. En daar vond het sterke arbeidsmarkt zijn grondslag, relatief veel laag betaalde banen in de dienstensector kwamen erbij de afgelopen maand.


Ook de Amerikaanse arbeidsmarkt blijft het goed doen. In januari kwamen er 517.000 nieuwe banen bij. Veel meer dan de verwachte 185.000. Wat vanuit een inflatiebril dan weer geruststellend is, is dat het gemiddelde uurloon niet versnelt (0,3% op maandbasis).


De volgende Fed-bijeenkomst staat gepland voor medio maart. Het ligt in de lijn der verwachting dat er dan een nieuwe verhoging van 25 basispunten aankomt. Vóór het arbeidsmarktrapport en vóór de inkoopmanagersindex uit de dienstensector, was onze verwachting dat het vervolgens stilaan welletjes zou zijn geweest. Maar het uiteenlopende karakter van de recentste economische data brengen ons tot een afwachtende houding. Er zit veel onzekerheid over het rentebeleid, duidelijk is wel dat aandelenmarkten alvast rekening houden met een minder strenge Fed richting 2024.   

ECB zet door

Wat de ECB betreft is het plaatje duidelijker. Althans, dat vindt ze zelf. De beleidsrente ging niet alleen 50 basispunten omhoog, in één moeite kondigde voorzitter Lagarde aan dat er in maart opnieuw dergelijke stap aankomt. Mogelijk werd ze gesterkt door de aanhoudende robuustheid van de eurozone-economie.  


Voor de periode ná maart zou alles nog open liggen. Maar Lagarde liet zich alsnog ontvallen dat zelfs dán de rente nog niet voldoende restrictief zal zijn. Lees: onvoldoende hoog om de economie en inflatie af te koelen.


Nieuwe Europese inflatiecijfers ondersteunen op het eerste gezicht deze houding. In januari bedroeg de kerninflatie nog steeds 5,2%. In tegenstelling tot de VS is er vooralsnog geen verlies in het momentum van die kerninflatie te bespeuren. Daarnaast blijft ook hier de arbeidsmarkt onverminderd sterk met een relatief lage 6,6%. 


Tegenwind Europese economie

Het krappere monetaire beleid van de ECB zal steeds fellere tegenwind voor de economie opleveren.  Een economie die tot op heden weliswaar weerbaar is gebleken, maar toch hoogstens te omschrijven valt als ‘stagnerend’. De recentste cijfers over de consumptie in verschillende eurolanden bevestigen dat beeld.


In dergelijke omgeving verwacht je dat de inflatie uiteindelijk ‘automatisch’ lagere regionen zou opzoeken, zeker in combinatie met de alsmaar hogere beleidsrente. En naarmate het effect van de lagere energieprijzen breder doorsijpelt, onder meer in de opgelopen voedselprijzen.


Wellicht zou het goed zijn dat de ECB na maart even afwacht of dit inderdaad zal gebeuren. Zonder enige terughoudendheid dreigt de ECB uiteindelijk te ‘overreageren’ met die hogere rente. Wat de economie onnodig pijn zou doen. Per slot van rekening is de situatie in euroland  anders dan die in de VS. Zo ligt de Amerikaanse binnenlandse vraag ondertussen ruimschoots boven het pre-covid niveau. Europa is daarentegen nog niet ten volle van de klap van de pandemie hersteld.

Matige bedrijfscijfers

Na de ietwat gematigde toon van Jerome Powell die we bespraken, stegen de Amerikaanse aandelen. Vooral de rentegevoelige Nasdaq profiteerde afgelopen week (+3,3%). Het verrassend sterke arbeidsmarktrapport knabbelde iets van die winst af, maar de S&P 500 eindige per saldo de week 1,6% hoger. Europese aandelen hielden het bij 1,2% (Europe Stoxx 600).


Ook obligatiemarkten hebben een volatiel weekje achter de rug. Zowel in de VS als de eurozone stuurden beleggers in een eerste reactie op de centrale banken de langetermijnrente lager. Maar uiteindelijk gingen obligatiemarkten de week onveranderd uit.


Nu de eerstkomende beleidsbijeenkomsten van de Fed en ECB pas in maart zijn, kunnen beleggers  focussen op de bedrijfsresultaten. Van de tot op heden gerapporteerde Amerikaanse cijfers over het vierde kwartaal, komt 68% boven verwachting uit. In Europa is dat 49%. Beide percentages liggen onder het langjarig gemiddelde, wat suggereert dat de bedrijfscijfers matig zijn. Ook voor het eerste kwartaal zien we dat de verwachtingen voor bedrijven snel afnemen, het grootste verval sinds 2010 in de Verenigde Staten.    


Het is daarom niet uitgesloten dat er een (verdere) aanpassing komt van de winstverwachtingen voor de rest van het jaar. Van gemiddeld licht hogere winsten over geheel 2023 naar een daling. Maar daar ligt een spanningsveld, tot op heden rekenen de financiële markten nog met een licht winstherstel voor de tweede jaarhelft en bovenal met een lagere beleidsrente in de Verenigde Staten.  

Chinese macro-cijfers

De komende dagen is de macro-agenda mager gevuld. Een aantal monetaire indicatoren uit China (geldgroei, kredietverlening) kunnen langzamerhand de heropening van de economie beginnen weerspiegelen en in de VS is het uitkijken naar het consumentenvertrouwen.

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 06 februari tot en met 10 februari
Regio
Publicatie van
Periode
Consensus
Maandag
Eurozone
Kleinhandelsverkopen MoM
Januari
-0.3%
Vrijdag
VS
Uitstaande leningen YoY
Januari
11.2%
China
Consumentenvertrouwen
Februari
65