Bij vererving van een actieve onderneming kan, onder bepaalde voorwaarden, gebruik worden gemaakt van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor de Successiewet en voor de Inkomstenbelasting, beter bekend onder de afkorting BOR of BOF. Voor de erfbelasting geldt dan een (voorwaardelijke) vrijstelling; de eerste ca. € 1,1 miljoen ondernemingsvermogen is volledig vrijgesteld en over de meerwaarde wordt maar 17% belast. Voor de Inkomstenbelasting kan de belastingclaim over het ondernemingsvermogen worden doorgeschoven. Bij een MKB-onderneming die in de BV-vorm wordt gedreven met een waarde van € 10 miljoen, hoeft er dus maar over ca. € 1,5 miljoen erfbelasting te worden betaald. Ook de inkomstenbelastingclaim van bijna € 2,7 miljoen hoeft nog niet te worden betaald, maar wordt onder voorwaarden doorgeschoven naar de opvolger. De BOR is alleen van toepassing op echt ondernemingsvermogen. Behoudens een marge van 5% telt beleggingsvermogen niet mee.
Veel ondernemingen in het MKB hebben hun bedrijfs- of kantoorpand in eigendom. Als dat in eigendom is bij de BV waarin ook de onderneming wordt uitgevoerd, dan is het pand automatisch onderdeel van het ondernemingsvermogen. Het pand kan echter ook in eigendom zijn van een gelieerde BV of (voormalig) aandeelhouder, die het vervolgens verhuurt aan de ondernemende BV. En dan is het van groot belang dat de structuur goed staat. Zo niet, dan wordt het pand niet als ondernemingsvermogen maar als beleggingsvermogen aangemerkt. De BOR is daar dan niet op van toepassing, met alle nadelige belastinggevolgen van dien.