Een aflossingsvrije hypotheek is een hypothecaire lening zonder aflosschema. Een misverstand is dat deze lening niet afgelost hoeft te worden. Aan het einde van de looptijd moet ook deze afgelost of verlengd worden.
Regelmatig verschijnen er berichten in de media dat het verstandig is om een aflossingsvrije hypotheek voor de eigen woning af te lossen. De AFM (Autoriteit Financiële Markten) heeft banken en verzekeraars opgedragen hun klanten met een aflossingsvrije hypotheek te benaderen en hen te informeren over de mogelijke consequenties van aflossingsvrije hypotheken. Maar een aflossingsvrije hypotheek kan in bepaalde situaties nog steeds passend zijn.
De rente op een hypotheek is gedurende dertig jaar aftrekbaar voor de inkomstenbelasting, daarna vervalt de renteaftrek. Voor hypotheken die al in 2001 bij de invoering van het nieuwe belastingstelsel bestonden, verloopt deze renteaftrek in 2031. Als de hypotheek na die dertig jaar niet wordt afgelost, gaat de hypotheek over naar box 3*. In de meeste gevallen stijgen daardoor de netto rentelasten.
Vaak is met de bank afgesproken dat de aflossingsvrije hypotheek een looptijd heeft van dertig jaar. De vraag is of een bank na afloop van die dertig jaar de hypotheek aflossingsvrij wil verlengen. Dit is afhankelijk van de hoogte van het inkomen, de waarde van de woning, het overige vermogen en de dan geldende wet- en regelgeving. Ook wordt er gekeken naar uw leeftijd: in veel gevallen zal het inkomen immers door pensionering dalen. De vraag is of het inkomen of vermogen dan nog voldoende is om de lasten van de aflossingsvrije hypotheek te kunnen betalen.
Als de bank de hypotheeklening niet wil verlengen of de maandlasten niet meer betaalbaar zijn, bestaat de kans dat uw woning verkocht moet worden. En als de verkoopopbrengst van de woning dan niet genoeg is om de hypotheeklening af te lossen, loopt u ook nog eens het risico op een restschuld.
Wij spreken regelmatig klanten met een aflossingsvrije hypotheek bij wie dit prima past. Zij hebben voldoende vermogen in de vorm van overig onroerend goed, een onderneming, een effectenportefeuille of spaargeld. Ze kiezen er bewust voor om de hypothecaire lening voor de eigen woning niet af te lossen. In die afweging nemen ze het rendement dat op het eigen vermogen gemaakt kan worden en de hoogte van de hypotheekrente mee. Vaak hebben ze de hypotheekrente afgesloten in een periode dat de rente laag was. Voor sommigen is het rendement op een spaarrekening zelfs al hoger dan de rente die ze voor hun hypotheek betalen.