27 mei 2024

Inflatiecijfers overschaduwen sterke bedrijfsresultaten

Het enthousiasme over de sterke bedrijfsresultaten wordt getemperd door de aanhoudende inflatie en de recente notulen van de Fed.

Het enthousiasme over de sterke bedrijfsresultaten wordt getemperd door de aanhoudende inflatie en de recente notulen van de Fed.

 

In het kort

  • Deze week zal nieuws over de Amerikaanse inflatie weer hoog op de macro-agenda staan
  • Tegenvallende inflatiecijfers uit onder meer het VK
  • In China is meer ondersteuning nodig voor de binnenlandse economie

 

Financiële markten

  • Macro-economische gegevens hadden de afgelopen week meer invloed op de financiële markten dan de bedrijfscijfers. Beleggers hadden reikhalzend uitgekeken naar de kwartaalresultaten van Nvidia. De resultaten klopten de verwachtingen, wat initieel een positieve reactie van de beurzen opleverde. Maar uiteindelijk sloot de S&P 500 de week bijna onveranderd af. De Euro Stoxx 600 verloor 0,5%.
  • Tegenvallende inflatiecijfers uit onder meer het VK en een eerder strenge toon van de Federal Reserve (Fed) in de notulen van de recentste beleidsbijeenkomst herinnerden beleggers eraan dat de strijd tegen de inflatie nog niet definitief beslecht is.
     
  • Ook de CAO-lonen voor het eerste kwartaal in de eurozone leken wat tegen te vallen. Die gingen 4,7% hoger. In het voorgaande kwartaal was dat nog 4,5%.
     
  • Om het ‘vervelende plaatje’ vervolgens compleet te maken, presteerden ook de Amerikaanse PMI (Purchasing Managers' Index)-indices sterk. De PMI uit de industrie stak zijn neus weer boven de kritische 50-grens uit (50,9), maar vooral de dienstensector verraste met een score van 54,8, het hoogste cijfer van de voorbije twaalf maanden.
     
  • Toch moeten we enkele zaken enigszins kaderen. Zo vond de betreffende bijeenkomst van de Fed plaats voordat nieuwe CPI-inflatiecijfers suggereerden dat de inflatiedruk geleidelijk weer wat afneemt in de VS. En wat het VK betreft: ja, de consensus ging ervan uit dat de kerninflatie in april zou zijn teruggevallen tot 3,6%. Uiteindelijk bleek die op 3,9% uit te komen, maar alsnog is dat lager dan de maand voordien (4,2%).
     
  • Het loonverloop in de eurozone lijkt een aanstaande renteverlaging door de ECB dan weer niet in de wielen te rijden. Het tegenvallende kwartaalcijfer was vooral te wijten aan éénmalige factoren, zoals premies voor Duitse ambtenaren. Lonen zullen ook in 2024 weliswaar een stevig momentum aanhouden, maar alsnog verliest dat geleidelijk aan kracht. Deze verwachting vraagt wel om bevestiging.

 

Macro-economische ontwikkelingen

De (verwachte) cijfers

Verenigde Staten

  • Ook deze week zal nieuws over Amerikaanse inflatie hoog op de macro-agenda staan. Komende vrijdag verwachten we de PCE-prijsindex voor de maand april. Op basis van de eerder genoemde CPI en het verloop van de producentenprijzen is de kans groot dat deze PCE weer de goede kant op gaat, met een toename van 0,2% maand op maand, wat het laagste percentage van 2024 zou zijn.
     
  • Verder krijgen we de tweede inschatting voor de Amerikaanse groei over het eerste kwartaal. Deze kwam eerder onder verwachting uit, maar dat was vooral te wijten aan de export en voorraadafbouw. De binnenlandse vraag bleef dynamisch.
     
  • In welke mate dit de komende maanden kan blijven, hangt vanzelfsprekend in grote mate af van de consument. Die heeft ondertussen een belangrijk deel van het extra spaargeld vanuit de pandemie uitgegeven en spaart een relatief klein deel van het inkomen. Anderzijds blijft de arbeidsmarkt in goede staat. Eind deze week krijgen we nieuwe inzichten in de brede inkomens en bestedingen in april.

 

Europa

  • In de eurozone kijken we uit naar een eerste inschatting van de inflatie (CPI) in mei. Uit de PMI's bleek dat met name in de dienstensector de prijsdruk aanhoudt, hoewel er licht afbrokkelende signalen zijn. Dat plaatje stemt overeen met een centrale bank die de rente in juni verlaagt, maar voor de periode nadien voorlopig een afwachtende houding aanneemt.
     
  • Sentimentsindicatoren zoals de Duitse IFO en ESI (Economic Sentiment Indicator van de Europese Commissie) zullen naar verwachting de positieve signalen, zoals die uit de PMI's, bevestigen.

 

China

  • Chinese beurzen reageerden initieel enthousiast op de aangekondigde plannen van Peking dat zij actief zullen ingrijpen op de woningmarkt. Die tussenkomst zou de vraag naar woningen fors kunnen opdrijven en ontwikkelaars enige financiële ademruimte kunnen geven.
     
  • Zoals we eerder al aangaven, is er echter meer ondersteuning nodig voor de binnenlandse economie. Een besef dat lijkt te zijn doorgedrongen bij beleidsmakers, zodat verdere initiatieven waarschijnlijk zijn.
     
  • Dat hier nood aan is zal vrijdag onder meer blijken uit PMI-aankoopmanagersindices die een matig beeld zullen blijven afleveren.

 

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 27 mei tot

en met 31 mei

Publicatiedag

Regio

Publicatie van

Periode

Consensus

Maandag

VS

IFO-indicator

Mei

90,3

Woensdag

Eurozone

Kredieten gezinnen YoY

Apr

0,1%

 

 

Kredieten ondernemingen YoY

Apr

0,3%

Donderdag

Eurozone

Werkloosheid

Apr

6,5%

 

 

Economic Sentiment

Mei

96,0

 

VS

BBP (op jaarbasis)

1Q24

1,5%

Vrijdag

Eurozone

CPI-inflatie YoY (flash)

Mei

2,5%

 

 

CPI kern-inflatie YoY (flash)

Mei

2,7%

 

China

NBS Manufacturing PMI

Mei

50,5

 

 

NBS Non-Manufacturing PMI

Mei

50,9

 

VS

PCE-inflatie MoM

Apr

0,2%

 

 

PCE kern-inflatie MoM

Apr

0,2%

 

 

Persoonlijke inkomens MoM

Apr

0,3%

 

 

Persoonlijke bestedingen MoM

Apr

0,3%

 


Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen