25 november 2024

Beleggers balanceren tussen geopolitiek en macrocijfers

 

Financiële markten

  • In de eerste dagen van afgelopen week waren beleggers in de ban van de geopolitieke spanningen. Traditionele veilige havens zoals de Zwitserse frank of goud trokken aan.
     
  • Aandelen hadden het aanvankelijk wat moeilijk, maar sloten de week uiteindelijk positief af. De S&P 500 won 1,7%, en de Europe Stoxx 600 steeg met 1,1%.
     
  • Die laatste werd aangedreven door een nieuw rondje ‘slecht nieuws is goed nieuws’. Zwakke PMI-aankoopmanagersindices verhogen namelijk de kans dat de ECB in december de rente met 50 basispunten verlaagt. Niet alleen zakte de barometer voor de Europese industrie nog verder weg in de krimpzone (van 46,0 naar 45,2), ook die van de dienstensector verloor aan kracht, tot net onder de 50-grens die groei van krimp onderscheidt.
     
  • In de VS presteerde de index voor de belangrijke dienstensector daarentegen wél goed, met een stijging tot 57,0 tegenover 55,0 in de voorgaande maand. Opnieuw een illustratie van de weerbare economische omgeving.
     
  • De obligatiemarkten konden slechts beperkt profiteren van de soms bezorgde beleggersblikken richting de geopolitieke spanningen. De Amerikaanse en Duitse tienjaarsrentes beperkten hun daling tot respectievelijk 3 en 10 basispunten.
     
  • Het toekomstige beleid van Trump zou inflatoire kenmerken kunnen vertonen. Samen met een inflatie die zowel in de VS als de eurozone al hardnekkig blijkt te zijn, ondersteunt dit de obligatierentes.
     
  • De benoeming van Scott Bessent tot Amerikaans minister van Financiën kan de zorgen over inflatie enigszins temperen. Hij is een tegenstander van ruim begrotingsbeleid en pleit voor een voorzichtige aanpak van importtarieven.
     
  • Meer in het algemeen kunnen internationale spanningen nog geruime tijd boven de markten blijven hangen. Begin november leefde nog de hoop dat een diplomatieke oplossing tussen Rusland en Oekraïne nabij zou kunnen zijn, maar die hoop is inmiddels weer naar de achtergrond verdwenen. Het lijkt erop dat Rusland en Oekraïne zo krachtig mogelijk willen blijven ageren om bij eventuele onderhandelingen een zo sterk mogelijke uitgangspositie te hebben.
     
  • De menselijke tol van dit alles is vanzelfsprekend torenhoog. Vanuit het perspectief van beleggers leert het verleden echter dat de uiteindelijke impact van dergelijke situaties op markten vaak beperkt is. Investeringen worden immers gedaan in concrete ondernemingen met verdienmodellen die toegevoegde waarde creëren. Die waardecreatie verloopt vaak grotendeels onafhankelijk van politieke ontwikkelingen, net zoals de economieën van de belangrijkste beleggingsregio’s doorgaans over de nodige veerkracht beschikken. Dit geldt zelfs bij tijdelijke, soms forse tegenwind. Uiteindelijk richten markten zich daarop.
     
  • Dit neemt niet weg dat het belangrijk is dat zaken zoals logistieke ketens en energiebevoorrading niet fundamenteel in het gedrang komen. Zo stegen de Europese gasprijzen de laatste dagen na berichten dat Rusland (Gazprom) leveringen aan Oostenrijk stopzet en transitcontracten voor Russisch gas via Oekraïne eind dit jaar aflopen.
     
  • Ook hier is enige context op zijn plaats. Ten eerste was de prijsstijging slechts een fractie van wat wij in 2022 hebben meegemaakt. Verder haalt Europa nog slechts 15% van zijn gas uit Rusland, terwijl dat vroeger 40% was. Tot slot zijn de Europese gasvoorraden voor meer dan 90% gevuld, waardoor een herhaling van het scenario uit 2022 niet direct voor de hand ligt.

 

Macro-economische ontwikkelingen

De (verwachte) cijfers

VS

  • Op de macro-agenda van deze week staat vooral de publicatie van nieuwe inflatiecijfers uit de VS centraal. De PCE-prijsindex is voor de Federal Reserve (Fed) één van de belangrijkste kompassen.
     
  • Sinds de zomer verliest de (kern-)PCE nog nauwelijks momentum. Ook deze maand wordt verwacht dat het cijfer aan de hoge kant zal uitvallen.
     
  • Mocht dat inderdaad het geval zijn, dan zullen markten een nieuwe renteverlaging van de Fed in december opnieuw in twijfel trekken.
     
  • Vanuit diezelfde Fed verwachten wij ook de publicatie van de notulen van de beleidsbijeenkomst die kort na de verkiezingen plaatsvond. Powell gaf toen aan geen rekening te houden met nieuw beleid zolang het niet officieel van kracht is. Dat lijkt een logische houding. Alsnog zal het potentieel inflatoire plaatje dat eraan komt wellicht toch in het achterhoofd van centrale bankiers meespelen.
     
  • Financiële markten hebben hun verwachtingen voor monetaire versoepelingen fors teruggeschroefd. Tot de zomer van 2025 gaan ze nu uit van slechts twee tot drie bijkomende renteverlagingen. Eind september werd nog gerekend op zes à zeven stappen.
     
  • De positieve interpretatie hiervan voor beleggers is dat het risico van een Fed die strikter zou blijven dan verwacht, beperkt is. Terwijl ze tegelijkertijd toch de rente blijft verlagen. Als daarnaast het economische momentum en daarmee de bedrijfswinsten sterk blijft, kunnen aandelenmarkten best leven met een rente die op een wat hoger niveau blijft hangen.
     
  • Wat betreft die economische groei krijgen wij de komende dagen inzicht in de persoonlijke bestedingen over de maand oktober. Weinig wijst er vooralsnog op dat die het weerbare plaatje van de Amerikaanse economie zouden aantasten.

 

Europa

  • Ook in de eurozone staat belangrijk inflatienieuws op de agenda, met de eerste schatting van de prijsdruk in november.
     
  • Zoals bekend is het vooral de inflatie in de dienstensector die zorgen baart. Deze blijft al geruime tijd rond de 4% hangen. Onderliggende signalen uit de eerder besproken PMI-aankoopmanagersindices wijzen bovendien nog steeds op enige prijsdruk, ondanks de algemene zwakte van deze economische indicatoren.
     
  • Daarbovenop bleek afgelopen week dat de CAO-lonen in het derde kwartaal met 5,4% zijn gestegen ten opzichte van een jaar geleden. In het tweede kwartaal was die loongroei in de eurozone nog beperkt tot 3,5%.
     
  • Toch betekent dit niet dat de inflatie niet verder kan afnemen. De aanhoudende diensteninflatie concentreert zich namelijk vooral in een beperkt aantal sectoren, zoals verzekeringen, transport en toerisme. Bovendien werd het CAO-cijfer voor het afgelopen kwartaal enigszins vertekend door éénmalige premies in Duitsland, terwijl statistieken over CAO’s traditioneel wat achterlopen op de actualiteit. Meer recente indicatoren over de loondruk suggereren dat de groei daarvan geleidelijk afneemt.
     
  • Al met al zijn er dus voldoende argumenten om aan te nemen dat wij daadwerkelijk op weg zijn naar de doelstelling van 2% voor de (kern)inflatie.

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 25 november tot en met 29 november
Publicatiedag Regio Publicatie van Periode  
Maandag Duitsland IFO-indicator Nov 86,0
Dinsdag VS Fed-notulen    
Woensdag VS PCE-inflatie MoM Okt 0,2%
    PCE kern-inflatie MoM Okt 0,3%
    Orders duurzame goederen MoM Okt 0,1%
    Persoonlijke inkomens MoM Okt 0,3%
    Persoonlijke bestedingen MoM Okt 0,4%
    BBP QoQ, geannualiseerd (2de schatting) 3Q24 1,8%
Donderdag Eurozone Economic Sentiment Nov 96,5
Vrijdag Eurozone CPI-inflatie YoY (flash) Nov 2,3%
    CPI kern-inflatie YoY (flash) Nov 2,9%

 


Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen