19 mei 2025

Beurzen volgen met argusogen begrotingsstrijd in VS

Trump pleit voor verlenging van de verlaging van de inkomstenbelasting, maar Republikeinen zijn verdeeld over de aanpak. Beurzen volgen nauwgezet de bewegingen.

Trump pleit voor verlenging van de verlaging van de inkomstenbelasting, maar Republikeinen zijn verdeeld over de aanpak. Beurzen volgen nauwgezet de bewegingen.

 

Financiële markten

  • Inflatiecijfers uit de VS bewegen zich in de goede richting, voorlopig zonder merkbare impact van de nieuwe importheffingen. Tegelijkertijd blijft de Amerikaanse consument, ondanks zijn gematigd vertrouwen, geld uitgeven. Dat was voldoende om aandelenmarkten afgelopen week hoger te sturen. De S&P 500 steeg met 5,3% en de Europe Stoxx 600 met 2,1%. Beleggers zetten hun eerdere zorgen over inflatie én recessie opzij.
     
  • De Atlanta Fed GDPNow, een index die op basis van de permanente cijferstroom een inschatting maakt van de economische dynamiek, suggereert een Amerikaanse groei van 2,5% in het lopende kwartaal (omgerekend op jaarbasis).
     
  • Natuurlijk zullen de uitkomsten van de handelsbesprekingen in belangrijke mate bepalen hoe de economie zich verder ontwikkelt. Maar ook een ander punt op de verlanglijst van Trump krijgt steeds meer aandacht: lagere belastingen.
     
  • Trump wil de verlaging van de inkomstenbelasting uit zijn eerste ambtstermijn verlengen. Volgens de huidige wetgeving vervalt die verlaging eind dit jaar. Bovendien wil het Witte Huis bijkomende reducties. Het Amerikaanse Congres is inmiddels begonnen met de wetgevingsprocedure, wat geen eenvoudig traject belooft te worden.
     
  • Alleen al het verlengen van de ‘oude’ maatregelen zou de Amerikaanse overheidsschuld opstuwen tot circa 130% van het BBP tegen 2035. Laat staan als er extra verlagingen komen zonder voldoende compenserende bezuinigingen. Afgelopen periode wezen sommige Republikeinen richting de gezondheidszorg om daar die besparingen te realiseren. Onder andere via Medicaid, een sociaal verzekeringsprogramma voor lagere inkomensgroepen. Binnen de partij is echter geen unanieme steun voor dit voornemen. Dit illustreert – anekdotisch maar treffend – dat de zogenoemde Big Beautiful Bill, zoals Trump zijn gewenste wetgeving noemt, nog allerminst een gelopen race is.
     
  • Financiële markten volgen de ontwikkelingen met argusogen. Dat betekent niet dat er in de Verenigde Staten direct sprake is van een 'Truss-scenario', zoals in het Verenigd Koninkrijk in 2022. Toen veroorzaakte de toenmalige Britse premier Liz Truss een scherpe rentestijging door belastingverlagingen voor te stellen zonder dekking. De mondiale centrale rol van de Amerikaanse markt voor staatsobligaties en de status van de dollar verkleinen mogelijk het risico dat het in de Verenigde Staten net zo uit de hand loopt. Toch liep de Amerikaanse tienjaarsrente afgelopen week kort op tot 4,6%. Dat is niet ver van de 4,8% die werd bereikt na Liberation Day, toen zowel obligatie- als aandelenkoersen daalden. Een signaal dat markten geen al te wilde begrotingsplannen zullen tolereren?

 

  • Politici hoeven er wellicht niet op te rekenen dat de Federal Reserve (Fed) een oplopende lange rente zal afremmen. Ook centrale bankiers moeten eerst afwachten welke (inflatoire) importheffingen uiteindelijk worden ingevoerd. De Fed zal alleen ingrijpen op de obligatiemarkten wanneer er sprake is van wanordelijke marktbewegingen die de financiële stabiliteit in gevaar brengen. Niet wanneer markten zich simpelweg aanpassen aan een verder oplopend begrotingstekort.

 

  • In dit licht deed Fed-voorzitter Powell overigens een interessante uitspraak. Tijdens de pandemie wijzigde de centrale bank haar strategie: van ‘streven naar 2% inflatie’ naar een ‘gemiddeld 2%-beleid’. Dat hield in dat de inflatie tijdelijk boven de 2%-grens mocht uitkomen, zolang dat later werd gecompenseerd. Volgens Powell overweegt men nu om dat doel opnieuw aan te passen – wellicht in een strengere richting. Dat zou betekenen dat tijdelijk hogere inflatie niet langer wordt toegestaan. Met andere woorden: een strikter rentebeleid.

 

 

Macro-economische ontwikkelingen

De (verwachte) cijfers

Eurozone

  • Op de macro-agenda van deze week vooral aandacht voor indicatoren van ondernemersvertrouwen. Vanuit Duitsland krijgen we de IFO-indicator, in de eurozone zijn er de PMI-aankoopmanagersindices.
     
  • Vorige maand verraste de IFO-indicator nog in positieve zin, met name de onderliggende barometer die peilt naar de actuele, dagelijkse economische activiteit. Mogelijk speelde hier anticipatie op de aangekondigde Amerikaanse handelstarieven mee. De deelindicator met betrekking tot de toekomstverwachtingen verzwakte echter.
     
  • Nu de handelsspanningen voorlopig zijn afgenomen, verwachten wij een stabilisatie van de IFO op een gematigd niveau. Een lichte stijging is mogelijk, aangezien de eerdere anticipatie op de Amerikaanse importheffingen wellicht nog even doorwerkt, nu de Verenigde Staten en de Europese Unie onderhandelen.
     
  • De Duitse fiscale stimuleringsplannen, gericht op onder meer infrastructuur en defensie, zullen zich pas concreet vertalen in de economie tegen eind 2025 of begin 2026.
     
  • Deze ontwikkelingen in Duitsland kunnen we doortrekken naar de bredere eurozone. Zowel voor de dienstensector als voor de industrie blijven de PMI-scores rond het ‘stagnatie-niveau’ schommelen.

 

Verenigde Staten

  • Ook in de Verenigde Staten is er deze week aandacht voor de PMI-aankoopmanagersindices.
     
  • Voor de dienstensector was er recent al positief nieuws via de vergelijkbare ISM-index. Die liet een opvallende heropleving zien, met in het bijzonder een stijging van het onderdeel ‘nieuwe orders’. Dat wijst op een toename van toekomstige economische activiteit.
     
  • Bij de nieuwe PMI-cijfers voor de industrie is het vooral uitkijken naar de component die peilt naar de prijsdruk zoals ervaren door inkopers. Wij gaven eerder al aan dat de handelsheffingen nog geen merkbare impact hadden op de CPI-inflatiecijfers voor april. Dat zou ook erg vroeg zijn geweest. Het inflatoire effect zal vermoedelijk vanaf deze of de volgende maand beginnen doorsijpelen.

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 19 mei tot en met 23 mei

Publicatiedag

Regio

Publicatie van

Periode

Consensus

Dinsdag

Eurozone

Consumentenvertrouwen (flash)

Mei

-16,0

Donderdag

Duitsland

IFO-indicator

Mei

87,7

 

Eurozone

PMI Manufacturing (flash)

Mei

49,4

 

 

PMI Services (flash)

Mei

50,4

 

VS

PMI Manufacturing (flash)

Mei

50,3

 

 

PMI Services (flash)

Mei

50,6

 

 


Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen