23 juni 2025

Impact op beurzen beperkt na aanval VS op Iran

De spanningen in het Midden-Oosten laten de financiële markten niet op hol slaan. Zelfs de olieprijs stijgt beperkt.

De spanningen in het Midden-Oosten laten de financiële markten niet op hol slaan. Zelfs de olieprijs stijgt beperkt.

 

Financiële markten

  • Ondanks dat de spanningen in het Midden-Oosten  beleggers parten speelt, bleef de impact op markten tot nu toe beperkt. De S&P 500 verloor afgelopen week 0,2%, de Europe Stoxx 600 ging 1,5% lager. Noch in de VS, noch in de eurozone (Duitsland) kon veilig overheidspapier profiteren. De tienjaarsrente bewoog nauwelijks. Net zomin als de dollar. Rond die laatste zijn er  sinds Trump’s Liberation Day  sowieso al vraagtekens in welke mate die nog het ‘statuut’ van veilige haven verdient.
     
  • Ook na de Amerikaanse aanval van dit weekend, blijft de marktreactie gematigd. Zelfs de olieprijs stijgt beperkt. Markten volgen en wachten af.  
     
  • Vanuit een puur economische bril is vooral relevant  in welke mate de olie-infrastructuur in de regio al dan niet getroffen zou worden. Zowel qua productie, als qua transport en raffinage. Gebeurt dat uiteindelijk niet of nauwelijks, dan hoeven markten nauwelijks rekening te houden met deze geopolitieke brandhaard. Hoe dramatisch die ook is.
     
  • Iran heeft in deze context gedreigd met het afsluiten van de Straat van Hormuz. Dat zou de mondiale aanvoer van olie drastisch verstoren. Vraag is echter in welke mate Iran militair in staat is deze route volledig af te sluiten. Het land zou hiermee ook zijn eigen uitvoer in gevaar brengen.
     
  • Daarnaast moeten we voor ogen houden dat, ondanks alle berichten over een opgelopen olieprijs, een vat  momenteel rond het gemiddelde niveau van 2024 noteert. Het startpunt van de recente prijsstijgingen lag relatief laag. Op een prijs die we sinds de zomer van 2021 niet meer gezien hadden. Dat was onder meer een gevolg van een hoger (verwacht) aanbod vanuit de VS en de OPEC. En van het matige mondiale economische momentum.
     
  • Deze laatste twee argumenten blijven relevant. De OPEC heeft bijvoorbeeld nog vrije productiecapaciteit om een eventueel wegvallen van het aanbod vanuit Iran te compenseren.
     
  • Voor het overige hield de Federal Reserve (Fed)  de beleidsrente ondertussen onveranderd. Powell’s commentaren over de staat van de Amerikaanse economie waren daarbij eerder positief. Iets wat  nieuwe cijfers over de kleinhandelsverkopen vorige week bevestigden. Consumenten blijven aan een redelijk tempo uitgeven, ondersteund door inkomensgroei.
     
  • Alsnog schroefde de centrale bank de groei-inschatting voor dit jaar terug van 1,7% naar 1,4%. Met ‘dank’ aan de geldende importheffingen. Die zullen volgens de Fed de kerninflatie weer hoger tillen. Tot 3,1% , tegenover het laatste cijfer van 2,5%.
     
  • Het logische gevolg hiervan was dat minder Fed-bestuurders ruimte zien om de rente te verlagen de komende maanden. Een kwartaal terug, medio maart, zagen vier centrale bankiers de rente onveranderd blijven voor de rest van het jaar. Nu zijn er zeven die een status quo verwachten in 2025.
     
  • Maar net als iedereen moet de Federal Reserve afwachten wat er op 8 juli uit de bus komt. Dan verloopt het 90-dagen uitstel van de heffingen die Trump op Liberation Day aankondigde. Voor China ligt die deadline wat later (11 augustus).
     
  • Rond de besprekingen tussen de VS en de EU is het stil. Wat zowel positief als negatief is te interpreteren. Door het Midden-Oosten is de aandacht enigszins hiervan afgeleid. Maar naarmate de deadline nadert kan het opnieuw een grotere rol gaan spelen op markten. Of we op ‘D-day’ volledig uitsluitsel gaan krijgen, is daarbij twijfelachtig. Een verlenging van de besprekingen is niet uitgesloten. Vaak gebeurt dat op het laatste moment. Met tussentijds eventueel een nieuwe verheffing van de stemmen.
     

Macro-economische ontwikkelingen

De (verwachte) cijfers

Verenigde Staten

  • Vanmiddag (23 juni) verwachten wij vanuit de VS de PMI-indices. Met wellicht een zo goed als onveranderd beeld tegenover afgelopen maand: indices die zowel voor de industrie als voor de dienstensector groei blijven noteren.
     
  • De Amerikaanse industrie ziet de orders vanuit het buitenland enigszins terugvallen. Binnenlandse orders lijken dan weer ietwat te versnellen. Samen met de reeds aangehaalde spenderende consument, waar de dienstensector van profiteert, betekent dat een aanhoudend beeld van een zich goed houdende economie.
     
  • Rond die consument verwachten wij vrijdag de mei-cijfers over de persoonlijke inkomens en bestedingen.
     
  • Wij gaan ervan uit dat die het eerder beschreven beeld van degelijke inkomensgroei en voldoende bestedingsdrift nogmaals bevestigen. Of dat zo blijft de komende maanden, hangt onder meer af van de uiteindelijke importheffingen.
     
  • Die heffingen beïnvloeden vanzelfsprekend met name de inflatie. Zodat we op vrijdag eveneens uitkijken naar de PCE-inflatiebarometer. Dit is het favoriete prijskompas van de Fed. De inflatoire druk in de VS neemt af. Maar de impact van de handelsoorlog moet wellicht nog komen.

     

Europa

  • Op het moment van publicatie van deze tekst, hebben we de PMI’s vanuit de eurozone al gehad. Met ongetwijfeld een aanhoudend beeld van stagnerend economisch momentum.
     
  • Toch kunnen we de komende maanden een kleine versnelling verwachten. Gedreven vanuit Duitsland. Wat natuurlijk te maken heeft met de investeringsplannen van de nieuwe regering.
     
  • Dat kan zich morgen (24 juni) weerspiegelen in de Duitse IFO-indicator (ondernemersvertrouwen). Net zoals dat eerder het geval was bij de ZEW-index voor juni.
     
  • Hier voegen wij echter onmiddellijk aan toe dat die laatste niet echt een betrouwbare voorspellend indicator is voor het aankomende economische verloop. De ZEW is immers het resultaat van een bevraging bij beleggers. En die durven zich nogal eens te laten meesepen door het heersende sentiment op financiële markten. Alsnog gaan we uit van een stijging van de IFO-indicator. Met een positieve bijdrage van de deelcomponent die peilt naar het toekomstbeeld van de Duitse ondernemer.

 

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 23 juni tot en met 27 juni

Publicatiedag

Regio

Publicatie van

Periode

Consensus

Maandag

Eurozone

PMI Manufacturing (flash)

Jun

49,4

 

 

PMI Services (flash)

Jun

49,7

 

VS

PMI Manufacturing (flash)

Jun

52,0

 

 

PMI Services (flash)

Jun

53,7

Dinsdag

Duitsland

IFO-indicator

Jun

87,5

Woensdag

VS

Orders duurzame goederen MoM

Mei

0,2%

 

 

BBP QoQ (finale schatting)

1Q25

 

Vrijdag

Eurozone

Economic Sentiment

Jun

94,8

 

VS

PCE-inflatie MoM

Mei

0,1%

 

 

PCE kern-inflatie MoM

Mei

0,1%

 

 

Persoonlijke inkomens MoM

Mei

0,8%

 

 

Persoonlijke bestedingen MoM

Mei

0,2%