16 juni 2025

Markten onder druk na Israëlische aanval

De aanval van Israël op Iran drukte de winsten op de aandelenmarkten, terwijl obligaties en in mindere mate de dollar opnieuw hun rol als veilige haven vervullen.

De aanval van Israël op Iran drukte de winsten op de aandelenmarkten, terwijl obligaties en in mindere mate de dollar opnieuw hun rol als veilige haven vervullen.

 

Financiële markten

  • De Israëlische aanval op Iran veegde afgelopen week de eerder opgebouwde winst op de aandelenmarkten van tafel. Per saldo sloot de S&P500 de handelsweek 0,4% lager af en verloor de Europe Stoxx 600 1,6%. Overheidsobligaties namen opnieuw hun traditionele rol als veilige haven op zich. Dit gold ook voor de Verenigde Staten, in tegenstelling tot de marktreactie na Liberation Day. De Amerikaanse tienjaarsrente daalde met 11 basispunten.
     
  • De dollar probeerde zijn status van ‘toevluchtsoord op nerveuze dagen’ te herwinnen. Nadat de greenback eerder terrein had verloren door nieuwe Amerikaanse inflatiecijfers (zie verderop), won hij weer iets aan kracht na de Israëlische actie. Desondanks bedraagt het verlies ten opzichte van de euro sinds begin dit jaar nog altijd meer dan 11%.
     
  • Vanzelfsprekend viel de grootste reactie te noteren op de energiemarkten. De prijs van een vat (Brent)-olie steeg met 7% tot bijna 75 dollar. Dit ligt echter nog steeds 11% onder het niveau van een jaar geleden.
     
  • Iran is verantwoordelijk voor 4% van het wereldwijde olieaanbod - dit aandeel is dus beperkt. Of de stijgende olieprijstrend doorzet, hangt af van de mate waarin het conflict in het Midden-Oosten verder escaleert. Het afsluiten van de Straat van Hormuz, waar 30% van het wereldwijde maritieme olietransport doorheen gaat, zou deel kunnen uitmaken van zo’n escalatie. Wij moeten hierbij echter bedenken dat een dergelijke actie nog nooit is voorgekomen, ondanks vele dreigingen. Bovendien zou Iran zichzelf hiermee fors in de voet schieten.
     
  • Verder is er vanuit het mondiale economische plaatje weinig reden om een fors hogere olieprijs te verwachten. Ook de OPEC heeft de productie de voorbije periode geleidelijk verhoogd, met een resterende vrije productiecapaciteit van ongeveer 5 miljoen vaten per dag. Dat komt ongeveer overeen met het marktaandeel van Iran.
     
  • Los van deze opflakkerende bron van geopolitieke spanning was er afgelopen week het raamwerk-handelsakkoord tussen de Verenigde Staten en China. De markten reageerden daarop lauw. Ondanks het enthousiasme van Trump blijft de uitkomst vaag. De onderlinge heffingen blijven hoog en China blijft de uitvoer van zeldzame materialen controleren. De enige toezegging is dat de exportlicenties voor de Verenigde Staten de komende zes maanden een versnelde behandeling krijgen. Dit onderwerp was een belangrijke aanleiding voor de Verenigde Staten om met China om de tafel te gaan. Het lijkt er echter op dat China de zeldzame materialen als troefkaart zal blijven gebruiken in het verdere verloop van de handelsoorlog.
     
  • De impact van die handelsspanningen op de Amerikaanse inflatie blijft vooralsnog beperkt. De consumentenprijsindex (CPI) voor mei viel lager uit dan verwacht. Hetzelfde gold voor de producentenprijzen (PPI), dat is de prijs van producten bij het verlaten van de fabriekspoort.
     
  • Markten verhoogden daarop hun verwachtingen voor renteverlagingen door de Federal Reserve (Fed). Zij prijzen nu twee monetaire versoepelingen in tegen het einde van dit jaar. Wij komen later terug op de beleidsbijeenkomst van de Fed aanstaande woensdag, maar de marktreactie op de inflatiecijfers lijkt wat voorbarig.
     
  • Sowieso was het in mei nog te vroeg om een significante inflatoire impact van de tarieven te verwachten. Ondernemingen hadden bijvoorbeeld al in het eerste kwartaal van dit jaar hoge voorraden ingeslagen, toen er nog geen heffingen golden. Vanaf juni zou er echter wel degelijk een opwaarts prijseffect kunnen optreden, althans afgaand op de signalen die het Amerikaanse bedrijfsleven afgeeft over het geplande prijsbeleid.

 

Macro-economische ontwikkelingen

De (verwachte) cijfers

Verenigde Staten

  • Blikvanger op de macro-agenda van deze week is de beleidsbijeenkomst van de Federal Reserve (Fed).
     
  • Ondanks de politieke druk vanuit het Witte Huis zullen de centrale bankiers de rente wellicht onveranderd laten. De onzekerheid over de inflatoire impact vanuit de uiteindelijke importheffingen en vanuit potentieel lagere belastingen staat een renteverlaging in de weg. Dit komt mede doordat de Amerikaanse economie vooralsnog veerkrachtig blijft.
     
  • Naast het rentebesluit is het afwachten of de centrale bankiers hun projecties voor de groei, inflatie en de ontwikkeling van de beleidsrente zullen bijstellen. De kans is reëel dat de gemiddelde Fed-bestuurder de groei in de komende kwartalen wat lager inschat en de inflatie wat hoger. Daar zou dan een wat strenger rentebeleid tegenover staan dan bij de vorige inschatting, die dateert van medio maart, twee weken voordat Trump de handelsoorlog startte op Liberation Day.
     
  • De Fed rekende toen op twee renteverlagingen in 2025. Dat zou overmorgen wel eens teruggeschroefd kunnen worden. Daarmee zou de centrale bank een meer afwachtende houding aannemen dan markten op dit moment inprijzen.
     
  • Verder is er in de Verenigde Staten aandacht voor nieuwe cijfers over de industriële productie en de kleinhandelsverkopen. Vooral de kleinhandelsverkopen moeten de eerder genoemde economische weerbaarheid blijven ondersteunen. Op basis van de sterke arbeidsmarkt en de inkomensgroei moet dat haalbaar zijn.

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 16 juni tot en met 20 juni

Publicatiedag

Regio

Publicatie van

Periode

Consensus

Dinsdag

Duitsland

ZEW-index

Jun

19,0

 

VS

Industriële productie MoM

Mei

0,1%

 

 

Kleinhandelsverkopen MoM

Mei

0,1%

Woensdag

VS

Fed-beleidsbijeenkomst

 

 

 


Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen