20 oktober 2025

Markt tast in het duister over renteverlagingen VS

 

Financiële markten

  • Een degelijke start van het cijferseizoen over het derde kwartaal, gecombineerd met een mildere toon in de relaties tussen de VS en China, zorgde in de Verenigde Staten voor een positieve aftrap van de handelsweek. Zorgen over de kredietportefeuille bij enkele regionale banken gooiden later echter roet in het eten. Dat riep herinneringen op aan de bankenstress van 2023, na de val van de regionale bank SVB. In ruimere zin ontstonden er vragen over de krappe risico-opslagen bij meer risicovolle Amerikaanse bedrijfsobligaties. Desondanks kon de S&P 500 de week met winst afsluiten (+1,7%).
     
  • De opvallendste stijger afgelopen week waren Franse aandelen (CAC 40 +3,2%). De nieuwe regering van premier Lecornu wil de eerder geplande pensioenhervorming uitstellen tot na de presidentsverkiezingen van 2027 en overleefde daarmee een vertrouwensstemming. Op langere termijn is het uitstellen van hervormingen twijfelachtig nieuws, maar voor aandelenbeleggers weegt nu vooral de opluchting dat er voorlopig geen vervroegde verkiezingen lijken aan te komen.
     
  • De aandacht verschuift nu naar de begroting voor 2026. Die moet het tekort onder de 5% van het BBP brengen. Belangrijker dan de vraag of dat lukt, is de kwaliteit van de begroting. Frankrijk heeft behoefte aan een structurele hervorming van zijn overheidsfinanciën, een moeilijke oefening gezien de huidige politieke versnippering. Kredietbeoordelaar S&P verlaagde intussen de Franse rating, wat verkoopdruk kan veroorzaken op de obligatiemarkten en kan leiden tot een hogere lange Franse rente.
     
  • In de Verenigde Staten dook de langetermijnrente (10 jaar) onlangs weer even onder de grens van 4%. De eerdergenoemde schommelingen op de aandelenmarkten droegen hieraan bij. Maar waarschijnlijk speelde ook een andere factor mee: Fed-voorzitter Powell liet doorschemeren dat de centrale bank mogelijk binnen afzienbare tijd een einde maakt aan de zogenoemde kwantitatieve verkrapping.
     
  • Na de financiële crisis en later ook tijdens de coronapandemie kocht de Federal Reserve op grote schaal obligaties op. Dat beleid — bekend als kwantitatieve verruiming — drukte de rente en zorgde voor extra liquiditeit in de economie. Zo kreeg de economische groei meer ademruimte. Vanaf midden 2022 zette de Fed dit beleid stop om de oplopende inflatie af te remmen.
     
  • Sindsdien herbelegt de centrale bank geen (staats)obligaties meer. Daardoor valt een belangrijke bron van vraag op de obligatiemarkt weg, wat de rente opdrijft. Dit omgekeerde proces noemt men kwantitatieve verkrapping.
     
  • Wanneer de Fed besluit deze ‘kooppauze’ te beëindigen en opnieuw staatsobligaties aan te kopen, zal dat de marktrente juist verlagen.
     
  • Dat de centrale bankiers deze stap waarschijnlijk zullen zetten, komt niet als een verrassing, maar wel vroeger dan verwacht. Over de precieze redenen kan slechts worden gespeculeerd. De beslissing past in elk geval in de koerswijziging die Powell deze zomer aankondigde. De eerste tekenen van afkoeling op de Amerikaanse arbeidsmarkt leidden in september al tot een verlaging van de beleidsrente.
     
  • Volgende week staat een nieuwe beleidsvergadering op de agenda. De kans op een nieuwe renteverlaging is reëel. Of er daarna nog een extra verlaging volgt in december, is echter onzeker. Ook Fed-bestuurders die eerder pleitten voor een snelle versoepeling van het monetaire beleid, tonen zich inmiddels voorzichtiger. Alles zal afhangen van de komende economische en inflatiecijfers — als die überhaupt komen, want eerst moet de shutdown van de overheidsdiensten nog van de baan.

 

Macro-economische ontwikkelingen

De (verwachte) cijfers

 

Verenigde Staten

  • Vrijdag worden de eerder uitgestelde inflatiecijfers (CPI) over september gepubliceerd. De aandacht gaat vooral uit naar mogelijke signalen van nieuwe inflatoire druk als gevolg van de invoerheffingen.
     
  • Daarnaast verschijnen de nieuwe PMI-cijfers. In vergelijking met de ISM-indicatoren voor aankoopmanagers schetsen deze al geruime tijd een optimistischer beeld van de Amerikaanse economie.
     
  • Een mogelijke verklaring daarvoor is dat de PMI’s een breder scala aan ondernemingen bevragen. In de ISM-enquêtes zijn vooral grotere bedrijven vertegenwoordigd, die doorgaans sterker worden geraakt door handelsspanningen. De PMI’s omvatten meer middelgrote en kleinere ondernemingen, wat mogelijk leidt tot een genuanceerder en wellicht realistischer beeld van de conjunctuur. In dat opzicht zou een positieve uitkomst goed nieuws zijn.

 

Eurozone

  • Ook voor de eurozone worden deze week nieuwe PMI-cijfers verwacht. Wij rekenen op een onveranderd beeld: stabiel, maar op een bescheiden niveau.

 

China

  • Vanochtend werden de Chinese groeicijfers over het derde kwartaal bekendgemaakt. Met een toename van 4,8% op jaarbasis kwam de groei exact overeen met de verwachtingen. Onderliggend blijft de Chinese economie echter sterk afhankelijk van de export, terwijl de binnenlandse dynamiek zwak blijft.
     
  • Deze week komen Chinese beleidsmakers bijeen om de eerste contouren van het nieuwe vijfjarenplan uit te tekenen. Dat gebeurt tegen de achtergrond van geopolitieke spanningen, handelsconflicten en een gematigde binnenlandse economie.
     
  • In eerdere vijfjarenplannen was al sprake van een streven om de binnenlandse vraag te stimuleren, onder meer door de sociale zekerheid uit te bouwen. In de praktijk lag de nadruk echter op de verdere uitbouw van industriële en technologische sectoren — gericht op zelfvoorziening en exportgroei. Gezien de huidige internationale context lijkt de kans klein dat dit beleid wezenlijk zal veranderen.
     
  • Het definitieve plan wordt in maart verwacht.

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 20 oktober tot en met 24 oktober
Publicatiedag Regio Publicatie van Periode Consensus
Maandag China BBP YoY 3Q25 4,8%
    Kleinhandelsverkopen YoY Sep 2,9%
    Industriële productie YoY Sep 5,0%
Vrijdag Eurozone PMI Manufacturing (flash) Okt 49,1
    PMI Services (flash) Okt 50,9
  VS PMI Manufacturing (flash) Okt 52,1
    PMI Services (flash) Okt 54,0
    CPI-inflatie MoM Sep 0,3%
    CPI kern-inflatie MoM Sep 0,3%