Plannen voor box 3 zijn bekendgemaakt!

Eind 2021 besloot de Hoge Raad dat het huidige box 3-systeem in strijd is met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De plannen voor de aanpassing van box 3 zijn nu bekend. Ik bespreek ze in dit nieuwe blog.


De Hoge Raad heeft vlak voor kerst 2021 aangegeven dat de huidige forfaitaire heffing van  box 3 in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Op Goede Vrijdag 2022 heeft staatssecretaris Van Rij zijn plannen voor de aanpassing van box 3 bekendgemaakt. Wat zijn de opties voor het rechtsherstel dat vereist is om de belastingplichtige met box 3-vermogen te compenseren voor de jaren 2017 t/m 2022 en de spoedwetgeving voor de jaren 2023 en 2024? Daarnaast gaf de staatssecretaris inzage in de plannen voor de box 3-heffing vanaf 2025. 


Het rechtsherstel gaat de overheid miljarden kosten. De totale kosten zijn afhankelijk van een aantal keuzes die tijdens de Kamerdebatten gemaakt gaan worden en liggen tussen de € 2,4 en € 11,7 miljard. Staatssecretaris Van Rij wilde nog niet aangegeven waar het geld voor de compensatie vandaan moet komen. Op de persconferentie van Witte Donderdag gaf premier Rutte al aan dat de belastingen vanwege meerdere tegenvallers vermoedelijk verhoogd moeten worden. Tijdens de Kamerdebatten de komende dagen wordt hier ook op ingegaan.

Rechtsherstel voor de jaren 2017 t/m 2022

Staatssecretaris Van Rij heeft een brief naar het parlement gestuurd met daarin een aantal opties om rechtsherstel te bieden aan belastingplichtigen die belasting hebben betaald over vermogen in box 3 over de jaren 2017 tot en met 2022. In de brief zijn twee varianten uitgewerkt voor het rechtsherstel: de spaarvariant en de forfaitaire variant.

In het huidige box 3-stelsel worden bezittingen en schulden eerst van elkaar afgetrokken. Dat saldo wordt via een fictie verdeeld over spaargeld en overige bezittingen. Naarmate het box 3-vermogen hoger is, wordt er meer toegerekend aan overige bezittingen. Zo wordt het vermogen boven ca. € 1 miljoen geacht geheel belegd te worden. Over die fictieve vermogensverdeling wordt vervolgens het forfaitaire rendement berekend. Voor spaargeld is dat momenteel -0,01% en voor overige bezittingen 5,53%. Dat forfaitaire rendement wordt belast met 31%.  


In de spaarvariant is dat wezenlijk anders. Daarin wordt er gewerkt met drie forfaits: rendement op spaargeld, rendement op overige bezittingen en rente op schulden. Het rendement op spaargeld wordt vastgesteld op basis van actuele rentestanden. Dat komt neer op 0,25% voor 2017 tot aflopend naar 0% in de jaren erna. Voor de overige bezittingen wordt – net als nu – aangesloten bij het meerjarig gemiddelde rendement van beleggingen (bestaande uit obligaties, aandelen en onroerend goed). Voor rente op schulden in box 3 wordt aangesloten bij de hypotheekrente: in 2017 3% aflopend naar ca. 2,5% in 2022. In plaats van rendement over een fictieve vermogensverdeling wordt nu aangesloten bij de werkelijke vermogensverdeling van de belastingplichtige en daar wordt het fictieve rendement over berekend. Vervolgens wordt dat rendement verminderd met de fictieve rente over de box 3-schulden. 


Als uit de nieuwe berekening blijkt dat er te veel belasting is betaald, dan volgt er een teruggave. Er hoeft niet te worden bijbetaald. 

 
De forfaitaire variant sluit nog meer aan bij de werkelijke vermogensverdeling van de belastingplichtige en het actuele rendement. Naast spaargeld wordt er ook gekeken naar de werkelijke verdeling van de overige bezittingen (aandelen, obligaties, onroerend goed en dergelijke), en daar wordt het gemiddelde rendement van de betreffende vermogenscategorie in dat jaar over berekend. Hierdoor sluit het forfaitaire rendement zo goed mogelijk aan bij de werkelijke rendementen in dat jaar. Net als in de spaarvariant wordt ook hier de fictieve rente over de box 3 schulden in mindering gebracht op het forfaitaire rendement.


De vraag die tijdens de parlementaire behandeling ook beantwoord moet worden, is of er alleen rechtsherstel wordt gegeven aan degenen die bezwaar hebben ingediend of voor wie de aanslag nog niet definitief vaststaat, of dat er rechtsherstel aan alle benadeelde spaarders wordt gegeven. De Kamer heeft eerder dit jaar een motie aangenomen waarin zij het kabinet oproept om alle benadeelde spaarders tegemoet te komen, en niet alleen de spaarders die bezwaar hebben aangetekend. Als er gekozen wordt om alle spaarders te compenseren, heeft dit grotere budgettaire gevolgen.

Spoedwetgeving 2023 en 2024

Voor de jaren 2023 en 2024 komt er tijdelijke wetgeving die aansluit bij de optie die wordt gekozen voor het rechtsherstel over de jaren 2017 tot en met 2022. 

Aanpassing box 3-stelsel vanaf 2025

Op Goede Vrijdag is ook de contourennota openbaar gemaakt voor de aanpassing van het box 3-systeem vanaf 2025. Uit de contourennota blijkt dat er geopteerd wordt voor een vermogensaanwasbelasting. Naast de reguliere inkomsten zoals rente, dividend en huur (verminderd met kosten), worden ook jaarlijks zowel de gerealiseerde als ongerealiseerde waardemutaties belast (zoals koerswinst of -verlies bij effecten, of waardestijging of -daling van onroerend goed). Van Rij verwacht dat financiële instellingen betrekkelijk makkelijk de gegevens voor sparen en beleggen kunnen aanleveren. Voor onroerend goed ligt dat lastiger. Dat zal in eerste instantie nog via forfaits belast worden en op later moment wordt pas overgegaan naar werkelijk gerealiseerd rendement. Ook het tarief voor de vermogensaanwasbelasting is nog onduidelijk. Van Rij heeft een aantal opties genoemd. Dit loopt uiteen van eenzelfde tarief voor iedereen (vlaktax) tot een tarief dat oploopt naarmate er meer vermogen is (progressief tarief).

Hoe nu verder?

In de week na Pasen debatteert de Kamer over de voorstellen voor het rechtsherstel en de spoedwetgeving voor 2023 en 2024. In de voorjaarsbesluitvorming maakt het kabinet dan de definitieve keuze, inclusief de budgettaire dekking. Zodra er meer duidelijk is over de keuze, breng ik u hiervan op de hoogte. 

Geschreven naar de stand van zaken op 19 april 2022.

Disclaimer

Dit artikel bevat alleen algemene informatie en bevat geen persoonlijk advies. Wilt u persoonlijk advies, overleg dan met uw fiscaal adviseur of uw notaris wat voor u de beste keuze is.

Auteur

Hanneke Kroonenberg

Hanneke Kroonenberg

Hoofd Kenniscentrum

Phone06 23 29 75 27EmailMail Hanneke Kroonenberg