In juni 2022 schreef ik in mijn blog over mogelijke aanpassingen in de fiscale regelingen die gelden bij een bedrijfsoverdracht (BOR). Voor de schenk- en erfbelasting geldt op dit moment bij een bedrijfsoverdracht een (voorwaardelijke) vrijstelling, en voor de inkomstenbelasting geldt een doorschuifregeling voor de aanmerkelijkbelangheffing (AB-heffing).
In de Voorjaarsnota die op 28 april 2023 gepubliceerd is, staan nu de concrete aanpassingen die in 2025 ingevoerd moeten worden. Eén aanpassing gaat al in 2024 in: verhuurd onroerend goed wordt dan per definitie als beleggingsvermogen aangemerkt.
In deze blog behandel ik kort de zes voorgestelde wijzigingen.
De volledige vrijstelling voor ondernemingsvermogen in de Successiewet gaat omhoog van ongeveer € 1,2 miljoen naar € 1,5 miljoen. Maar dat gaat gepaard met een verlaging van de vrijstelling voor het meerdere boven die grens. Dat is nu nog 83% en gaat naar 70%. Kleine ondernemingen hebben daar dus voordeel bij.
De bedrijfsopvolgingsregelingen gelden nu niet voor beleggingsvermogen in uw BV, afgezien van een kleine marge van 5%. Als uw ondernemingsvermogen € 5 miljoen bedraagt, dan mag u nu nog € 250.000 (5%) van uw beleggingsvermogen meenemen voor de bedrijfsopvolgingsregelingen. Die marge van 5% vervalt per 2025. Daarnaast wordt verhuurd onroerend goed al in 2024 als beleggingsvermogen aangemerkt. Alleen onroerend goed in eigen gebruik valt dan nog onder het ondernemingsvermogen.
Er komt ook een aanpassing voor het zogenaamde keuzevermogen. Als een goed (meestal een pand) zowel gedeeltelijk binnen de onderneming als privé gebruikt wordt, dan is dat goed keuzevermogen. Een ondernemer mag dat goed dan geheel als ondernemingsvermogen aanmerken, ondanks het privégebruik. Dat gaat veranderen. Alleen het deel dat gebruikt wordt voor de onderneming telt dan mee voor de bedrijfsopvolgingsregelingen.
De bedrijfsopvolgingsregelingen gelden nu als u (direct of indirect) een aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap die een onderneming uitvoert. Een vennootschap kan meerdere soorten aandelen hebben, die ieder recht hebben op een ander deel van de winst en/of het eigen vermogen van de vennootschap. U heeft al een aanmerkelijk belang als u 5% of meer van één soort van de aandelen heeft, ook al vertegenwoordigt dat aandelenbelang minder dan 5% van het totale eigen vermogen en winst van de vennootschap. In de praktijk wordt daar in constructies gebruik van gemaakt. Vanaf 2025 gelden de bedrijfsopvolgingsregelingen alleen als u een aanmerkelijk belang (5% of meer) in aandelen heeft, die volledig gerechtigd zijn in het eigen vermogen én de winst van de vennootschap. Alleen preferente aandelen die uitgegeven zijn in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging blijven, net zoals nu, ook onder de bedrijfsopvolgingsregelingen vallen.
Om gebruik te kunnen maken van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet, moet voldaan worden aan bepaalde bezits- en voortzettingseisen. Zo moet de onderneming al vijf jaar in bezit zijn van de schenker. Bij overlijden is dat één jaar. Verder moet degene die de onderneming geschonken gekregen of geërfd heeft, de onderneming vijf jaar voortzetten. In de praktijk zijn de voorwaarden zo streng, dat gewenste herstructureringen of wijzigingen in activiteiten van de onderneming niet doorgevoerd kunnen worden zonder de vrijstelling te verspelen. Een aantal knelpunten zal worden opgelost, bijvoorbeeld bij inbreng van een onderneming in een BV.
Voor de doorschuiffaciliteit in de inkomstenbelasting wordt de eis dat bij schenking van de onderneming de begiftigde minstens 36 maanden in de onderneming werkzaam moet zijn, afgeschaft.