Aangifte inkomstenbelasting 2024: 6 aandachtspunten
Vanaf 1 maart 2025 kunt u aangifte inkomstenbelasting over 2024 doen. Door de vooraf ingevulde aangifte is dit de laatste jaren een stuk eenvoudiger geworden. Maar check de door de Belastingdienst ingevulde gegevens goed, dat voorkomt dat u mogelijk te veel of te weinig belasting betaalt.
Waar moet u als vermogende particulier en dga op letten als u aangifte doet? Ik bespreek zes aandachtspunten.
1. Box 3
In box 3 wordt onderscheid gemaakt tussen drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Elke categorie heeft een eigen forfaitair rendement. Voor 2024 bedragen de forfaitaire rendementen: 1,44% voor banktegoeden, voor overige bezittingen 6,04% en voor schulden 2,61%.
Bij het invullen van uw box 3-vermogen moet u onder meer rekening houden met het volgende:
Cryptovaluta
Cryptovaluta moet u opgeven als bezittingen in box 3. Dit is recent nog bevestigd door het Gerechtshof van Amsterdam. Van uw cryptovaluta geeft u de waarde in het economisch verkeer op 1 januari aan. Hierbij houdt u volgens de Belastingdienst de koers van 1 januari 2024 aan van het gebruikte omwisselplatform.
Cryptovaluta worden – nog – niet vooraf ingevuld in de aangifte inkomstenbelasting. Daar gaat naar verwachting verandering in komen. Per 2026 treedt de Europese Richtlijn DAC8 in werking. Op basis van DAC8 zijn alle Europese aanbieders van cryptovaluta verplicht om jaarlijks informatie aan de Belastingdienst te verstrekken. Deze informatie kan door de Belastingdienst worden gebruikt om vooraf in te vullen in de aangifte (vanaf 2027), maar ook om meer vragen te stellen over cryptobezit. Kortgeleden heeft de Belastingdienst bijvoorbeeld nog een kort geding gewonnen van een belastingplichtige die onvoldoende informatie over zijn cryptovermogen had verstrekt. De straf die de rechtbank oplegde was niet mals: een dwangsom van € 2.500 per dag dat de gevraagde informatie niet was verstrekt, met een maximum van in totaal € 1 miljoen.
Niet op tijd bestede jubelton met ontbindende voorwaarde
In 2022 was het nog mogelijk om gebruik te maken van de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning, ook bekend als de jubelton. Deze schenking moest uiterlijk 31 december 2024 zijn besteed aan de eigen woning. Het niet op tijd besteden van de jubelton heeft fiscale gevolgen. Wat die gevolgen zijn, is afhankelijk van wat precies in de schenkingsovereenkomst staat. Is bijvoorbeeld een ontbindende voorwaarde opgenomen? Dan kan dit ook gevolgen hebben voor box 3. De ontbindende voorwaarde kan ertoe leiden dat op 1 januari 2025 een vordering bij de schenker en een schuld bij de ontvanger van de schenking ontstaat. Deze vordering en schuld moeten in dat geval worden aangegeven in box 3.
Tegenbewijsregeling
Is uw werkelijk rendement lager dan het forfaitaire rendement? Dan kunt u gebruikmaken van de tegenbewijsregeling. In de zomer van 2025 komt naar verwachting het formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ beschikbaar. Met dit formulier kunt u uw werkelijk rendement doorgeven aan de Belastingdienst.
In onze eerdere blogs leest u meer over de tegenbewijsregeling:
Volg onze blogs om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in box 3.
2. Lijfrentepremieaftrek: benut eerst uw reserveringsruimte
Heeft u in 2024 lijfrentepremie betaald? Dan ziet u deze terug in de aangifte inkomstenbelasting. Onder voorwaarden is de lijfrentepremie aftrekbaar van uw box 1-inkomen. Een van de voorwaarden is dat u een pensioentekort heeft. Dit wordt berekend aan de hand van de jaarruimte. Voor de berekening van uw jaarruimte heeft u de volgende informatie nodig: inkomensgegevens 2023 en de factor A uit uw pensioenoverzicht. Vervolgens kunt u de jaarruimte in de aangifte berekenen. Tot dit bedrag kunt u de lijfrentepremie in ieder geval aftrekken.
Heeft u in de afgelopen tien jaar niet uw volledige jaarruimte benut? Dan heeft u nog extra ruimte, de zogenoemde reserveringsruimte. Ook het bedrag van de reserveringsruimte kunt u – tot maximaal € 41.608 (2024) – gebruiken voor lijfrentepremieaftrek.
De reserveringsruimte bestaat uit de niet-benutte jaarruimte van de afgelopen tien jaar. Uw 'reserveringsruimte 2024' bestaat dus uit de niet eerder gebruikte jaarruimtes uit 2014 tot en met 2023. Na verloop van tien jaar vervalt de niet-benutte jaarruimte. Eventuele niet-gebruikte jaarruimte uit 2014 vervalt dus in 2025. Het is daarom verstandig om eerst de reserveringsruimte te gebruiken en dan zoveel mogelijk de ruimte van het oudste jaar.
3. Verdelen van de eigen woning
Een voorbeeld
U heeft een bruto-inkomen uit loondienst van € 85.000. Dan betaalt u belasting in de hoogste schijf van box 1 (49,5%). De aftrekbare hypotheekrente is € 7.000 en uw eigenwoningforfait is ook € 7.000. De belasting over het eigenwoningforfait is in dat geval € 3.465 en de besparing over de hypotheekrente is maar € 2.586. Die aftrek is over 2024 namelijk beperkt tot 36,97%. Per saldo betaalt u dus € 879. Als uw partner een inkomen heeft dat lager is dan ongeveer € 75.000, dan kunt u de eigen woning beter bij uw partner opgeven. Het belastingtarief waar het eigenwoningforfait tegen belast wordt, is dan namelijk gelijk aan het belastingtarief waartegen de rente afgetrokken wordt. Zo bespaart u € 879.
Ook als de aftrekbare kosten (rente, erfpachtcanon en dergelijke) hoger zijn dan de bijtelling van het eigenwoningforfait kan het nog steeds aantrekkelijk zijn om het negatieve saldo toe te rekenen aan de minstverdienende partner. Zeker als de minstverdienende partner een inkomen heeft dat tussen de € 24.812 en € 75.518 ligt. Dan is er namelijk nog een extra besparing, omdat er door de aftrek recht is op een hogere algemene heffingskorting.
In het aangifteprogramma kunt u kiezen voor de optie om samen aangifte te doen. Als u daarvoor kiest, kunt u vrij makkelijk de verdeling aanpassen om te kijken welke verdeling het meest optimale resultaat geeft.
4. Dividenduitkering
Heeft u in 2024 een dividenduitkering gedaan? Dan moet u die zelf toevoegen in de aangifte, want dividenduitkeringen worden niet automatisch door de Belastingdienst ingevuld. Zorgt u er dan ook voor dat er voldoende liquide middelen zijn om de belastingaanslag te kunnen betalen.
Heeft u in 2024 een dividenduitkering gedaan die u in 2025 pas hebt uitbetaald? In dat geval heeft u als DGA een vordering op uw eigen BV. Die vordering wordt belast in box 1 onder de terbeschikkingstellingsregeling (TBS-regeling). In de aangifte inkomstenbelasting moet u deze TBS-vordering opvoeren, inclusief een zakelijke rente.
5. Excessief lenen
In de aangifte inkomstenbelasting 2024 moeten ook eventuele excessieve leningen bij de eigen BV worden opgenomen. Het peilmoment is 31 december 2024. De grens voor excessief lenen is in 2024 verlaagd van € 700.000 naar € 500.000. Als u op de genoemde datum meer dan € 500.000 van uw BV had geleend, moet u over het meerdere belasting in box 2 betalen. Ook leningen aan verbonden personen, zoals (klein)kinderen en (groot)ouders, tellen mee boven een grens van € 500.000 per verbonden persoon. Eigenwoningleningen in box 1 tellen niet mee voor de grens van € 500.000. Maar voor eigenwoningleningen die na 1 januari 2023 door de BV verstrekt zijn, moet wel een hypotheekrecht zijn gevestigd. Zonder hypotheekrecht telt deze eigenwoninglening alsnog mee voor excessief lenen.
Heeft u vorig jaar al box 2-heffing betaald over uw excessieve lening? Dan hoeft u over dat deel van de schuld niet nogmaals belasting te betalen in box 2. In dat geval telt u het bedrag van de schuld waarover u box 2-heffing in 2023 heeft betaald, op bij de grens van € 500.000.
Voor excessieve leningen geldt ook dat die niet automatisch door de Belastingdienst worden ingevuld in de aangifte. Houd hier dus rekening mee en zorg dat er voldoende liquide middelen zijn om de belastingaanslag te kunnen betalen.
6. Uitstel van aangifte
Lukt het u niet om de aangifte inkomstenbelasting vóór 1 mei 2025 in te dienen? Het is mogelijk om uitstel aan te vragen en de aangifte later in te leveren. U moet er dan rekening mee houden dat de Belastingdienst rente in rekening brengt over de te betalen belasting. In 2025 bedraagt die belastingrente 6,5% (ECB-rente + 3%). De belastingrente wordt berekend vanaf 1 juli 2025 tot zes weken na de datum van de aanslag.
Wilt u belastingrente voorkomen? Zorg dan dat de aangifte inkomstenbelasting of anders een verzoek om een voorlopige aanslag vóór 1 mei 2025 wordt ingediend.
Heeft u vragen over uw aangifte inkomstenbelasting? Neem dan contact op met uw fiscalist.
Geschreven naar de stand van zaken op 28 februari 2025.