Prinsjesdag 2024: acht belangrijke aandachtspunten voor de DGA
1. Tarief vennootschapsbelasting (Vpb)
De schijven en de tarieven in de Vpb blijven ongewijzigd.
Schijven | Tarieven Vpb |
Winst van € 0 - € 200.000 | 19% |
Winst boven € 200.000 | 25,8% |
2. Aanmerkelijkbelangheffing (box 2)
Het hoge box 2-tarief verandert met ingang van 1 januari 2025. Voor de eerste € 67.000 van het box 2-inkomen blijft het tarief ongewijzigd (24,5%). Voor het meerdere boven € 67.000 wordt de verhoging van 31% naar 33% weer teruggedraaid naar 31%. De grens van € 67.000 geldt per belastingplichtige en wordt mogelijk nog geïndexeerd. Wilt u dit jaar nog dividend uitkeren boven de eerste schijf? Dan kunt u overwegen om daarmee te wachten tot volgend jaar.
Heeft u nu een bedrag in privé nodig, maar wilt u gebruikmaken van het lagere tarief van volgend jaar? Als u minder dan € 500.000 (de grens voor excessieve leningen voor 2024) van uw BV heeft geleend, kunt u mogelijk het bedrag nu al van uw BV lenen. U lost de lening dan volgend jaar af met een dividenduitkering.
3. Box 3-vermogen overbrengen naar uw BV?
Heeft u vermogen in box 3 in de categorie ‘overige bezittingen’ met een relatief lage rendementsverwachting? Dan kan het op basis van de wettelijke regeling (de zogenoemde spaarvariant) interessant zijn om dat vermogen onder te brengen in uw BV. Als we voor 2025 uitgaan van een fictief rendement op overige bezittingen van 5,88% en een box 3-tarief van 36%, dan leidt dit effectief tot een heffing van 2,12% over de waarde per 1 januari 2025 van uw overige bezittingen. Als we de box 3-heffing vergelijken met de gecombineerde heffing van Vpb en box 2 voor de BV, dan gelden de onderstaande omslagrendementen. Is het rendement hoger dan in onderstaande tabel, dan kunt u dit vermogen beter in box 3 houden.
Gecombineerd tarief Vpb/box 2 | Omslagrendement |
Vpb 19%, box 2 24,5%, combi 38,85% | 5,45% |
Vpb 19%, box 2 31%, combi 44,11% | 4,80% |
Vpb 25,8%, box 2 24,5%, combi 43,98% | 4,81% |
Vpb 25,8%, box 2 31%, combi 48,80% | 4,34% |
Overweegt u vermogen van box 3 over te brengen naar uw BV? Laat u dan goed adviseren door uw fiscalist. Houdt u er rekening mee dat de Hoge Raad (link naar blog) heeft aangegeven dat heffing op basis van een forfaitair rendement niet acceptabel is als het werkelijke rendement lager is. In sommige gevallen zal dan de heffing in box 3 aantrekkelijker zijn dan de heffing in de BV. Daarnaast moet u er rekening mee houden dat het de bedoeling is om vanaf 2027 ook in box 3 belasting te heffen over het werkelijk gerealiseerd rendement in plaats van een fictief rendement ('zie onze blog ‘Zo ziet box 3 er in 2027 uit: de hoofdlijnen').
4. Bedrijfsopvolgingsregelingen
In het Belastingplan van vorig jaar zijn de bedrijfsopvolgingsregelingen voor de schenk- en erfbelasting (BOR) en de IB-doorschuifregeling (DSR) aanzienlijk aangepast. De toen aangekondigde veranderingen gaan grotendeels pas in op 1 januari 2025. Een van de belangrijkste veranderingen voor komend jaar is dat het vrijstellingspercentage boven de € 1,5 miljoen ondernemingsvermogen daalt van 83% naar 75%.
In het Belastingplan 2025 zijn er nog drie aanvullende wijzigingen aangekondigd voor de BOR en DSR. Twee maatregelen worden ingevoerd per 1 januari 2026 om misbruik te voorkomen. Als de onderneming twee jaar na AOW-datum wordt gestart, wordt de bezitstermijn van de schenker (nu vijf jaar) en van de erflater (nu één jaar) verlengd. Daarnaast is het niet meer mogelijk om twee keer van de BOR gebruik te maken voor dezelfde onderneming. Ook komen er vanaf 2026 aanvullende versoepelingen bij reorganisaties, waardoor de bezitstermijn voor de schenker/erflater niet onderbroken wordt. Bovendien komt er voor de opvolger al met ingang van 1 januari 2025 een versoepeling: die hoeft de onderneming nog maar drie in plaats van vijf jaar voort te zetten.
5. Renteaftrekbeperking VpB (earningsstrippingmaatregel)
6. Overdrachtsbelasting
7. Giften aan goede doelen
Giften aan ANBI’s (Algemeen Nut Beogende Instellingen) zijn voor de vennootschapsbelasting niet meer aftrekbaar in boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2025. Zakelijke sponsorkosten blijven ook in 2025 aftrekbaar. Doet uw BV in 2024 nog een gift aan een ANBI? Dan is deze in de BV aftrekbaar tot 50% van de fiscale winst, met een maximum van € 100.000 per jaar. Het meerdere is niet aftrekbaar voor de Vpb.
Bij een gift vóór 2024 werd het meerdere van de gift bij de DGA belast in box 2 als verkapte dividenduitkering. Met ingang van 2024 is de regeling verruimd en wordt de gift niet gezien als verkapte dividenduitkering. Maar vanaf 1 januari 2025 wordt deze verruiming teruggedraaid. Daarmee is een gift door de BV niet meer aftrekbaar voor de Vpb en wordt voor de DGA de volledige gift als verkapt dividend aangemerkt en belast in box 2.
8. Legataris als begunstigde van ODV en bancaire lijfrente
Volgens de huidige wet kunnen een bancaire lijfrente en een oudedagsverplichting (ODV) na overlijden van de gerechtigde alleen toekomen aan de erfgenamen. Voorgesteld wordt om vanaf 2025 naast erfgenamen ook legatarissen toe te staan als begunstigde bij overlijden. Dit biedt nieuwe planningsmogelijkheden om een bancaire lijfrente of ODV na te laten aan bijvoorbeeld een partner of (klein)kind, zonder dat zij erfgenaam hoeven te worden.
Als de Eerste en Tweede Kamer met deze wetsvoorstellen akkoord gaan, gaat het Belastingplan 2025 per 1 januari 2025 in. Wilt u weten wat de wijzigingen in het belastingplan voor u persoonlijk betekenen? Neemt u dan contact op met uw fiscalist. Uw private banker denkt natuurlijk ook graag met u mee.
Bent u een vermogende particulier? Lees dan onze blog ‘Prinsjesdag 2024: zes belangrijke aandachtspunten voor vermogende particulieren’.