Beleggingsfondsen in de BV: hoe zit dat met belasting?

Heb je een BV met een beleggingsportefeuille? Dan is het rendement op die portefeuille belast met vennootschapsbelasting (vpb). Het rendement bestaat uit gerealiseerde opbrengsten en ongerealiseerde koerswinst of -verlies. Opbrengsten zijn bijvoorbeeld ontvangen dividend op een aandeel of beleggingsfonds en rente op een obligatie. Koersresultaten ontstaan tijdens het bezit van de belegging, maar worden pas bij daadwerkelijke verkoop gerealiseerd. Dit onderscheid tussen gerealiseerde en nog niet gerealiseerde opbrengsten is van belang voor de heffing van vennootschapsbelasting.

In deze blog lees je hoe dat onderscheid gemaakt wordt en hoe beleggingsfondsen in de BV worden belast voor vennootschapsbelasting.

Goed koopmansgebruik

Over welke fiscale winst moet je in een jaar vennootschapsbelasting betalen? Dat wordt bepaald aan de hand van het begrip “goed koopmansgebruik”. Goed koopmansgebruik is een fiscale term. Je kunt het omschrijven als een algemeen geaccepteerde administratie (zoals een goede koopman zou doen). Het is verder een open norm. De inhoud wordt vooral bepaald door rechtspraak.


Voor beleggingen in de BV geldt het volgende:


Voor gerealiseerde opbrengsten is het voor de vpb makkelijk: in het jaar van ontvangst worden de opbrengsten bij de winst opgeteld. Voor koerswinst of -verlies op een belegging ligt dit anders. Op basis van goed koopmansgebruik is het toegestaan om winst pas tot het resultaat te rekenen als die winst daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Maar verlies mag je al nemen als dit voorzienbaar is. Als je in de BV bijvoorbeeld een aandeel hebt gekocht voor € 1.000 en de koers is gedaald naar € 800, dan mag je een verlies nemen van € 200, ook al is het aandeel nog niet verkocht. Als het aandeel vervolgens stijgt naar € 1.400, dan hoef je niet € 600 als winst te nemen, maar wel € 200 (het eerder genomen verlies). De resterende € 400 wordt pas bij de winst opgeteld bij verkoop van het aandeel. Dit systeem heet ‘waardering op historische kostprijs of lagere waarde’.

Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI)

Dit systeem geldt in principe ook als je in de BV belegt in beleggingsfondsen, maar met één belangrijke uitzondering. Als het beleggingsfonds de status van VBI heeft, dan moet dat beleggingsfonds jaarlijks worden gewaardeerd op de werkelijke waarde, dus de werkelijke koers. Over een koerswinst betaal je daarom al vpb, ook al is het beleggingsfonds nog niet verkocht. Een beleggingsfonds met de VBI-status is zelf vrijgesteld van vpb en heeft geen wettelijke verplichting om zijn directe gerealiseerde rendement door te geven aan de participanten.

Fiscale Beleggingsinstelling (FBI)

Een beleggingsfonds dat de status van FBI heeft, is zelf ook vrijgesteld van vpb maar heeft wel de wettelijke verplichting om het gerealiseerde directe rendement uit te keren aan de participanten. Een beleggingsfonds met FBI-status mag gewaardeerd worden op historische kostprijs of lagere beurswaarde.

Buitenlands beleggingsfonds

Hoe zit dat met buitenlandse beleggingsfondsen? Veel beleggingsfondsen zijn gevestigd in Luxemburg en Ierland. Deze beleggingsfondsen zijn vrijgesteld van de Luxemburgse of Ierse vennootschapsbelasting en hebben geen wettelijke verplichting het gerealiseerde directe rendement uit te keren aan de participanten. Deze beleggingsfondsen hebben een vergelijkbaar belastingregime als een Nederlands beleggingsfonds met VBI-status. Die moeten dus ook jaarlijks worden gewaardeerd op werkelijke waarde.

Beleggingsfonds dat investeert in andere beleggingsfondsen

Er geldt ook een speciale waarderingsregel voor een beleggingsfonds dat zelf weer investeert in beleggingsfondsen met een VBI-status of in buitenlandse fondsen die vergelijkbaar zijn met een VBI. Als het beleggingsfonds voor minimaal 10% belegt in andere beleggingsfondsen met een VBI-status (of vergelijkbare buitenlandse fondsen), dan moet als uitzondering op de hoofdregel het gehele beleggingsfonds gewaardeerd worden op de werkelijke waarde in plaats van de historische kostprijs. De investeringen van een beleggingsfonds met een FBI-status hebben dus invloed op de wijze waarop het FBI-fonds gewaardeerd moet worden.

 

Voor de liefhebbers: de fiscale behandeling van beleggingsfondsen kun je vinden in artikel 3.29a Wet IB 2001. Dit artikel geldt ook voor de vennootschapsbelasting.

 

Dit kan Van Lanschot Kempen voor je betekenen

Het beheren van een beleggingsportefeuille binnen een BV kan best ingewikkeld zijn, ook als het gaat om de vennootschapsbelasting. Onze beleggingsexperts helpen je graag, bijvoorbeeld met beleggingsadvies. Ook je private banker wisselt graag met je van gedachten over de mogelijkheden.

Wil je meer weten over dit onderwerp? Informeer dan bij jouw fiscalist of accountant.

Nog geen klant? Maak dan vrijblijvend een afspraak.
Maak een afspraak
Geschreven naar de stand van zaken op 16 mei 2025.

Disclaimer

Dit artikel bevat alleen algemene informatie en geen persoonlijk advies. Wil je persoonlijk advies, overleg dan met je fiscalist of accountant wat de beste keuze is.

Auteur

Hanneke Kroonenberg

Hanneke Kroonenberg

Hoofd Kenniscentrum

Phone06 23 29 75 27EmailMail Hanneke Kroonenberg

Alle artikelen van Hanneke Kroonenberg