Prinsjesdag 2025: zes belangrijke aandachtspunten voor de DGA
1. Tarief vennootschapsbelasting (vpb)
Schijven | |
---|---|
Tarieven vpb | |
Winst tot en met € 200.000 | 19% |
Winst boven € 200.000 | 25,8% |
2. Aanmerkelijkbelangheffing (box 2)
Schijven | |
---|---|
Tarieven box 2 | |
Box 2-inkomen tot en met € 68.843 | 24,5% |
Box 2-inkomen boven € 68.843 | 31% |
Wil je dit jaar nog dividend uitkeren boven de eerste schijf? Dan kun je overwegen om hiermee te wachten tot volgend jaar. Zo kun je volgend jaar het lage box 2-tarief benutten.
Heb je nu een bedrag in privé nodig, maar wil je gebruikmaken van het lage box 2-tarief van volgend jaar? Misschien kun je dat bedrag dan eerst van je BV lenen. Dat kan zonder box 2-heffing als je op dit moment minder dan € 500.000 (de grens voor excessieve leningen op 31 december 2025) van je BV hebt geleend. Je lost de extra lening dan volgend jaar af met een dividenduitkering.
3. Beleggingen in jouw BV overbrengen naar box 3?
Tarieven vpb | ||
---|---|---|
Effectief box 3-tarief | Omslagrendement | |
19% (winst tot en met € 200.000) | 36% x 7,78% = 2,80% | 14,74% |
25,8% (winst boven € 200.000) | 36% x 7,78% = 2,80% | 10,85% |
Er is ook een tegenbewijsregeling in box 3. Is het werkelijk rendement lager dan het forfaitaire rendement? Dan wordt in box 3 uitgegaan van het lagere werkelijke rendement. Is het werkelijk rendement hoger, dan betaal je over het meerdere geen belasting in box 3. De box 3-heffing wordt dus maximaal berekend over het forfaitaire rendement. Is het door de tegenbewijsregeling dan fiscaal interessanter om privé te gaan beleggen in plaats van in de BV? Nee, in veel situaties zal dit niet voordeliger zijn. Er is namelijk meestal een box 2-claim die je moet afrekenen als je zakelijke beleggingen naar privé verplaatst (door middel van een dividenduitkering). Bovendien is het de bedoeling om vanaf 2028 in box 3 belasting te heffen over het werkelijk gerealiseerd rendement (zie onze blog ‘Nieuwe Box 3-wet: Belangrijke wijzigingen vanaf 2028'). Voor veel zakelijke beleggers is het daardoor vaak fiscaal interessanter om in de BV te blijven beleggen.
Overweeg je vermogen van je BV over te brengen naar box 3? Vraag dan altijd advies aan je fiscalist.
4. Overdrachtsbelasting
5. Bedrijfsopvolgingsregelingen
In afgelopen jaren zijn de bedrijfsopvolgingsregelingen voor de schenk- en erfbelasting (BOR) en de IB-doorschuifregeling (DSR) behoorlijk aangepast. Per 1 januari 2025 is bijvoorbeeld het vrijstellingspercentage boven de € 1,5 miljoen ondernemingsvermogen verlaagd van 83% naar 75%. Ook is sinds 1 januari 2025 de voortzettingseis versoepeld: de opvolger hoeft de onderneming nog maar drie jaar voort te zetten in plaats van vijf jaar.
In het Belastingplan 2025 zijn nog meer wijzigingen aangekondigd voor de BOR en DSR. Twee van deze maatregelen gaan in per 1 januari 2026 om misbruik te voorkomen. Wordt de onderneming twee jaar na AOW-datum gestart? Dan wordt de bezitstermijn van de schenker (nu vijf jaar) en van de erflater (nu één jaar) verlengd. Ook is het niet meer mogelijk om twee keer van de BOR gebruik te maken voor dezelfde onderneming.
Vanaf 2026 komen er nog meer versoepelingen bij reorganisaties. Daardoor wordt de bezitstermijn voor de schenker/erflater niet onderbroken.
6. Giften aan goede doelen
Wil je meer weten over schenken aan goede doelen? Neem contact op met onze filantropie services.
Als de Eerste en Tweede Kamer met deze wetsvoorstellen akkoord gaan, gaat het Belastingplan 2026 per 1 januari 2026 in. De Tweede Kamer kan de voorstellen nog aanpassen.
Wil je weten wat de wijzigingen in het belastingplan voor jou persoonlijk betekenen? Neem dan contact op met je fiscalist. Je private banker denkt natuurlijk ook graag mee.
Geschreven naar de stand van zaken op 16 september 2025.